We leven in de laatste dagen (2Tim.3:1). De tijden worden geestelijk gezien steeds zwaarder. Steeds meer gelovigen laten zich misleiden. De charismatische beweging maakt hierin veel slachtoffers. Organisaties als ‘Opwekking’, ‘New Wine’, ‘Het Evangelisch Werkverband’ en ‘There is More’ verkondigen leerstellingen die afkomstig zijn uit de charismatische koker. Zo zegt Hans Maat, organisator van ‘There is More’ in de aankondiging van de editie van 2023 op cvandaag.nl (05-09-2023): ‘Tekenen en wonderen zijn heel normaal voor hen in hun discipelschap en navolging van Jezus’. Een onbegrijpelijke uitspraak. Het woord ‘discipelen’ komt 78 keer voor in het evangelie van Johannes en 28 keer voor in het boek Handelingen (samen 106 keer) maar nergens in verband met wat Maat hier beweert. Zie verder onder bij A.

Ook bij de EO, ‘Family 7’ en ‘Groot Nieuws Radio’ zijn elementen uit het charismatische denken binnengekomen. Bij de organisatie ‘Frontrunners’ is het zelfs in extreme mate het geval. Omdat zij veel filmpjes op youTube publiceren verspreiden zij dit geestelijke vergif in razend tempo. Zeer recent zijn de ‘House of Miracle’ gemeenten opgericht die ook weer dezelfde charismatische stokpaardjes verspreiden. Tenslotte is er ‘The Last Reformation’ die vooral jongeren bereikt en ze leert ‘uit te stappen in geloof’ door o.a. zieken te genezen want ‘dit was het normale leven van een discipel van Jezus’ (reformatie.nu). Mede door al deze initiatieven is er een vloedgolf aan verkeerde leringen in ons land binnengedrongen. Nu was dit al een tijd bezig, maar nu gebeurt dit in bijna alle gemeenten omdat er overal wel mensen zijn die aan één van deze instanties gelinkt zijn of dergelijke studies op internet bekijken of luisteren. Zo dringt deze charismatische invloed overal binnen.

Dit alles is een zeer zorgelijke ontwikkeling om meerdere redenen. Naast het feit dat men zich hoofdzakelijk richt op kortstondige ervaringen i.p.v. op het geloof in het woord van God, op tijdelijke, zichtbare en aardse zaken i.p.v. eeuwige, onzichtbare en hemelse zaken, zorgen deze leringen steeds weer voor diepe verdeeldheid onder christenen. Hier en hier heb ik uitgebreid aandacht besteed aan deze ontwikkeling en in dit artikel vat ik samen wat ik er elders over heb geschreven en gezegd. Deze materie zorgt keer op keer voor enorme strijd en tegenstand maar het is nodig een duidelijk geluid te laten horen in deze laatste dagen. Het is daarbij verbijsterend hoe er door de aanhangers van deze leringen misbruik wordt gemaakt van Bijbelteksten om zo hun beweringen te ondersteunen. Aangezien de tegenstander van God, de satan altijd komt met een verdraaiing van Gods woord, moeten we deze hele beweging ook zien als een misleiding van de duisternis (los van het feit dat oprechte en trouwe gelovigen zich onder hen bevinden).

Voordat we gaan kijken naar deze misleidingen en wat Gods woord werkelijk over deze zaken leert, is het goed helder te hebben wat de wil van God is met de gelovige. Paulus bidt voor de Kolossenzen dat ze vervuld zouden worden van deze wil.

Daarom houden ook wij, van de dag af dat wij ervan gehoord hebben, niet op voor u te bidden en te vragen, dat u vervuld mag worden met de kennis van zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk inzicht, Kol.1:9

Onthoud dat deze gemeente ‘de genade van God in waarheid’ had erkend (Kol.1:6) en dat zij vrucht droegen in de wereld door hun geloof in de Heer Jezus en de liefde die zij hadden voor alle heiligen (vs4). Toch bidt Paulus dat zij vervuld zouden zijn met de wil van God omdat zij met misleidingen te maken kregen. In Kol.2:4 lezen we immers dat Paulus hen deze brief schrijft ‘opdat niemand u met overredende taal misleidt’. Paulus had daarom in zijn grote liefde voor de Heer een strijd voor hen (Kol.2:1). De wil van God is daarom belangrijk om te kennen en deze is dat iedere gelovige opgroeit, door het geloof, in de genade en kennis van de Heer Jezus (2Pet3:18; Kol2:6-7), zodat de gelovige leert dat alles wat hij/zij nodig heeft, te vinden is in de Heer Jezus (Kol2:3). Het resultaat is een geheiligd leven, naar de wil van God (zie 1Thes.4:3). Ervaringen, hoe mooi ze ook lijken, kunnen dit nimmer bewerken.

Het geloof is hierbij dus de enige weg (‘Want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen’; 2Kor.5:7, zie ook Ef.3:16-17: ‘Opdat Christus, door het geloof, in uw harten woont’). Nu is de tegenstander van God, de duivel, de slang, erop uit om ons van dit doel en van deze weg af te leiden, zoals hij Eva verleidde (2Kor.11:3). Tegen haar zei de slang: ‘Is het echt zo dat God gezegd heeft’ (Gen.3:1)? Zo richtte hij haar aandacht op de boom van de kennis van goed en kwaad i.p.v. op de boom van het leven. Vandaag komen mensen met Bijbelteksten alsof God gezegd heeft dat onze ervaring ook iets toevoegt aan ons leven met de Heer. Dit is kort samengevat de leugen van de charismatische beweging. Ze plaatst naast de genoegzaamheid van het woord van God ervaringen. Het woord ‘charismatisch’ komt van het Griekse ‘charismata’ dat ‘gaven van genade’ betekent. Na 1960 is deze beweging ontstaan vanuit de Pinksterbeweging. Er is sprake geweest van drie ‘golven’. De eerste golf was in 1900 toen de Pinksterbeweging ontstond met een grote nadruk op ‘tongentaal’ als een bewijs van de ‘Geestesdoop’ (zie onder). De tweede golf was in 1960 met de opkomst van de charismatische beweging binnen bestaande kerken. De derde golf begon ongeveer in 1980 met de uitbreiding van dit gedachtegoed binnen evangelische gemeenten. Zelfs binnen de Vergadering van Gelovigen, waar ik zelf erg bekend mee ben, is dit gedachtegoed op sommige plaatsen in meer of mindere mate binnengeslopen.

De basis van de charismatische misleiding is het leerstuk van de ‘doop met de Geest’. Deze ‘doop’ geeft, volgens deze leer, de nodige bekrachtiging voor de zwakke gelovige en is vaak verbonden met handoplegging. Terwijl de Bijbel leert dat alle gelovigen door de Geest zijn gedoopt tot één lichaam (1Kor.12:13), leert de charismatische beweging dat iemand anders mij de handen op moet leggen opdat ik kracht ontvang. Ik moet gedoopt worden met de Geest. Nu is handoplegging in de Bijbel niet bedoeld om de ander iets te geven, maar om gelijkgestemdheid mee uit te drukken. De gemeente stond bijv. achter de zending van Barnabas en Saulus en lieten dit blijken door hen de handen op te leggen en hen te laten gaan (Hand.13:3). Alle charismatische leringen hebben trouwens een ongezonde focus op het werk van de Heilige Geest i.p.v. op Christus. Binnen de klassieke charismatische leer gelooft men dus dat iemand nog een tweede ‘ervaring’ moet hebben na diens bekering (de doop met de Geest) om zo ‘vol van de Geest’ te zijn en te blijven. Dit vormt de basis van het charismatische denken. Het houdt de gelovige, die in zijn verlangen de Heer te dienen in zichzelf totale krachteloosheid ontdekt, voor dat er ‘meer’ is en dat dit ‘meer’ te krijgen is via handoplegging voor ‘geestelijke’ ervaringen. De belangrijkste leerstukken van de charismatische beweging zijn o.a.:

A: Wonderen en tekenen behoren net als in de begintijd van de gemeente nu op dezelfde schaal plaats te vinden. Markus 16:17-18 en Joh.14:12 zijn hierbij ‘lijfteksten’. Maar wij lezen daar in vs18 ‘op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen beter worden’. Dit is een 100% resultaat, iets anders dan de povere resultaten in de zogenaamde ‘genezingsdiensten’. Zie ook Hand.5:12; 2Kor.12:12 (deze tekenen werden door de apostelen verricht en niet door ‘gewone mensen’ zoals op reformatie.nu te lezen is, zie bij B) en Heb.2:3-4 waar staat dat God ‘meegetuigde’ via tekenen en wonderen in de verleden tijd. Aangezien Markus aan dezelfde groep het opnemen van slangen en het drinken van iets dodelijks toeschrijft is het opmerkelijk dat men alleen steeds de genezingen en het spreken in talen benadrukt. Ondanks de stellige uitspraak van Hans Maat aan het begin van dit artikel leert de Bijbel nergens dat discipelschap inhoudt dat men tekenen en wonderen zou moeten verrichten. Sterkte nog, de Heer zegt Zelf heel duidelijk: Hieraan zullen allen weten dat u Mijn discipelen bent, als u liefde hebt onder elkaar’ (Joh.13:35), en: Hierin is mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt, en u zult Mijn discipelen zijn’ (Joh.15:8).

Velen (!), zie Mat.7:22, die tekenen en wonderen hebben verricht, zullen in de dag van het oordeel horen: ‘Ik heb u nooit gekend, gaat weg van Mij, werkers van de wetteloosheid’.

Hoe verblind sommigen zijn die hierin verstrikt zijn geraakt blijkt wel als een vrouw op het internet over mij zegt dat ik geen gelovige kan zijn ‘want de tekenen uit Markus 16 volgen Dirk-Jan Jansen niet’. Dat zij zelf niet alle zieken geneest op wie zij de handen legt, niet zonder gevaar giftige slangen opneemt, nooit iets dodelijks drinkt zonder dat het haar iets doet of ook niet in vreemde, bestaande talen spreekt, komt kennelijk niet in haar op. Men denkt werkelijk dat deze tekenen in hun levens aanwezig zijn, terwijl het in werkelijkheid helemaal niet zo is! Zodra men dit zelf enigszins inziet, heeft men het ineens over ‘uitstrekken’ en ‘groeien’ in deze dingen.

B: Het kruis betekent ook fysieke genezing vandaag voor ieder die dit gelooft, gebaseerd op Jes.53:5 en 1Pet.2:24 (‘door zijn striemen bent u gezond geworden’). Maar zie vs25 waar we lezen ‘want wij allen dwaalden als schapen’ zodat duidelijk wordt dat het hier om zonde gaat en niet om ziekte, Mat.8:17 (daar zien we dat doordat Jezus mensen genas Hij destijds al vervuld heeft wat Jes.53:4 zegt: ‘onze ziekten heeft Hij op Zich genomen’); 1Tim.5:23 en 2Tim.4:20 waar zowel Timotheüs als Trofimus niet door Paulus werden genezen. ‘Ja maar de gave van genezing dan’, is een standaard reactie en ook een begrijpelijke. Paulus noemt immers de ‘gaven’ van genezing’ in 1Kor.12:9. Door duidelijk te maken dat niet allen apostelen zijn (1Kor.12:29) laat hij zien dat deze gaven vooral voor hen waren. Zie verder hier. Meestal wordt er ook geleerd dat het persoonlijke geloof in genezing wel aanwezig moet zijn, anders is er een ‘blokkade’. Het treurige resultaat van deze visie is dat vele zieke gelovigen diep teleurgesteld raken in zichzelf, ze geloven immers niet goed genoeg om te genezen. Ondanks het feit dat gewoon niet gebeurt wat men beweert, er geneest amper iemand, blijft men deze leugens maar verspreiden.

C: Apostelen en profeten zijn net als in het begin onder ons. Maar zie Ef.2:20 waar we lezen dat profeten en apostelen het fundament hebben gelegd van de gemeente, tweeduizend jaar geleden. Bovendien is een vereiste van een apostel dat deze de Heer moet hebben gezien (1Kor.9:1).

D: In ‘tongen’ spreken is een gave voor iedere gelovige tot stichting van zichzelf o.a. op basis van 1Kor.14:4. Maar zie 1Kor.12:30 (‘spreken soms allen in talen?’); 13:8 (’talen zullen verstommen’ waarbij dit woord ‘verstommen’ betekent ‘het langzaam afnemen’ van het verschijnsel); 14:21-22 (‘de talen zijn dus tot een teken, niet voor de gelovigen, maar voor de ongelovigen’). In de gemeente had het geen plaats, tenzij het werd uitgelegd. De talen waren een teken voor de ongelovige Joden, dat het evangelie naar de heidenen was gegaan en dat het oordel over hen zou komen (zie Hand.2:36 waar Petrus hen het oordeel aankondigt als zij zich niet bekeren). Ik zie dus geen reden dat talen vandaag een functie zouden hebben. God heeft immers in het jaar 70 formeel een einde gemaakt aan het Jodendom waardoor deze tekenen niet meer nodig waren. Zie verder hier.

E: Er is goddelijke kracht in woorden die wij uitspreken tot zegen of tot vloek. Maar zie 2Kor.10:10 (het spreken van Paulus werd als ‘verachtelijk’ beschouwd); 11:6 (‘maar al ben ik ook een ‘onkundige’ in het spreken’). Paulus was zich niet bewust van kracht, maar van zwakheid.

F: God geeft visioenen, dromen en profetieën om anderen op te bouwen op basis van o.a. Hand.2:17. Maar zie 1Kor.14:19 (‘maar in de gemeente wil ik liever vijf woorden spreken met mijn verstand, om ook anderen te onderwijzen’). Paulus waarschuwt voor hen die beweren ingewijd te zijn in wat zij hebben aanschouwd (in visioenen), in Kol.2:18. Zeer zorgelijk is het zogenaamde ‘profeteren’ over anderen, wat niets anders is dan moderne waarzeggerij. Zo heb ik meegemaakt dat een ‘profeet’ over anderen vertelde wat God in hun leven zou gaan doen of dat aan jongeren wordt gezegd zich ‘open te stellen’ voor een woord van God. In één geval dat ik meemaakte heeft een ‘profetie’ zelfs geleid tot de zelfmoord van een jonge, verstandelijk beperkte vrouw! Zij raakte zo verward door deze ‘profetie’ over haar, dat ze geen andere uitweg meer wist.

Binnen het charismatische pastoraat ontvangen de hulpverleners (vaak vrouwen) ‘boodschappen’ van God over de ander om heb te helpen trauma’s te verwerken. Het is niets anders dan occulte ‘channeling’, het in contact treden met boze machten. In de Bijbel bestaat dit soort ‘pastoraat’ helemaal niet! Zie mijn lezing over ‘innerlijke genezing’ hier.

G: Er komt een grote opwekking (ook wel de ‘late regen’ ‘Latter Rain’ genoemd). Maar zie 2Tim.3:1-5,13 waar we lezen over een geestelijk verval in de laatste dagen en een toenemen van bedriegers en boze mensen. De ‘late regen’ duidt bovendien op de opwekking van Israël na de grote verdrukking.

H: Bevrijding van demonen is soms nodig als men blokkades ervaart. Er is een grote nadruk op- en een zeer ongezonde aandacht voor op demonen in ‘geestelijke strijd’. Men durft zelfs te beweren dat trauma’s ‘ingangen’ voor demonen zijn terwijl de Bijbel daar geen enkele aanleiding voor geeft. Ik hoorde eens een vrouw zeggen die haar dochter had verloren door zelfdoding dat zij moest worden bevrijd van een ‘geest van trauma’. Men ziet overal demonen, maar zie Kol.1:13 waar we lezen dat God ons heeft verlost uit de macht van de duisternis en in Hand.26:18 ‘uit de macht van de satan’. In 1Joh.4:4 leren we dat Hij die in ons is groter is dan hij die in de wereld is. Een christen kan onmogelijk worden bezet door demonen! Hij is immers een nieuwe schepping in Christus (2Kor.5:17). We worden wel opgeroepen stand te houden tegen de listen van de duivel die via anderen tot ons komen (Ef.6:12; 2Kor.11:4).

I: Oecumene is belangrijk met alle gelovigen van alle kerken. Het grote streven naar ‘eenheid’ ten koste van de waarheid neemt toe. Maar zie 2Tim.2:22-24 waar we lezen dat we onszelf moeten reinigen (=afscheiden) van ieder persoon in Gods huis die tot oneer is.

J: De krachten van het komende koninkrijk behoren nu al aanwezig te zijn. Maar zie Op.3:8 (‘u hebt kleine kracht’). Nergens lezen we in Bijbel deze gedachte van vooruitgeschoven krachten van het komende koninkrijk, dan in Heb.6:4 waar het gaat om de tekenen en wonderen van de begintijd van de gemeente.

De charismatische beweging leert dat het niet genoeg is dat de Heer Jezus in het midden van de gemeente is (Mat.18:20). Er moet iets bij; spreken in talen, wonderen, tekenen etc. Ervaring wordt naast geloof geplaatst. Hiermee is het een beweging die een andersoortige geest vertegenwoordigt, een leugengeest (2Kor.11:4). De gelovige die is vervuld met de Geest zal over de Heer Jezus spreken. Hij zal niet de uiterlijke zaken benadrukken of zichzelf op de voorgrond plaatsten, maar Christus en het geschreven woord van God. Daarom zal een gelovige die de Heer wil dienen niet moeten omgaan met mensen die deze leer promoten (zie 2Tim.2:16-22).

De belangrijkste namen die in ons land deze leringen of een aantal ervan verkondigen zijn o.a (zonder iets te willen zeggen over hun motieven).: Martin Koornstra van Royal Mission, Tom de Wal (van ‘Frontrunners’, pas vooral op voor zijn onderwijs!), Willem Ouweneel (zie het misleidende boek ‘Geneest de Zieken’), Jan Pool, Arno van der Knaap, Gerard de Groot, Herman Boon, Hans Maat, Mattheüs van der Steen, David de Vos en Wilkin van der Kamp (‘Vrij Zijn’, ‘Het wonder van het kruis’). Conferenties als ‘Opwekking’, ‘New Wine’, ‘Vrij Zijn’ en ‘There is More’ zijn podia waar deze en andere charismatische leraars hun leringen verkondigen, evenals vele liederen van stichting Opwekking die bijna overal gezongen worden (‘Kom o Heilige Geest van God’). Vergeet niet dat wij ook door de liederen elkaar leren, zie Kol.3:16.

Buitenlandse vertegenwoordigers van het charismatische denken zijn o.a. Benny Hinn, Joyce Meijer, Neil Anderson, Derek Prince, Randy Clark, Andrew Wommack (zie mijn boek ‘De invasie van een andere geest’) en Bill Johnson. Pas dus op voor hun leer en toets alles. Het zal ons niet populair maken en we zullen beschuldigd worden van ‘stelligheid’, ‘oordelen’, ‘liefdeloosheid’, ‘starheid’ en ‘onverdraagzaamheid’, maar een mens Gods zal verdrukking lijden juist in de christenheid (zie 2Tim.4:5). De Heer Jezus zei: ‘Wee wanneer alle mensen goed van u spreken, want op dezelfde wijze deden hun vaderen met de profeten’ (Luk.6:26).

De Heilige Geest vervult de gelovige alleen op basis van diens geloof in het volbrachte werk aan het kruis. De gelovige die de dood van Christus op diens oude mens en de oude natuur toepast en het leven op diens nieuwe natuur, zal ‘wandelen door de Geest’ (Gal.5:16). Zo worden wij voortdurend opgeroepen om vervuld te zijn met de Heilige Geest (Ef.5:18), wat volgt op het verstaan van de wil van de Heer (vs17). Maar de vervulling met de Geest is niet het doel, Christus is het doel. Wij vertrouwen op het geschreven woord, verheugen ons in Christus en zijn werk en wandelen door de Geest. Het leven dat zó op de Heer Jezus is gericht, (en in Hem op de Vader) en Hem tot het centrum maakt, is vol vreugde en blijdschap en ‘goede vruchten’ die immers van ‘boven’ komen (Jak.3:17), van de Heer Jezus, het hoofd van de gemeente.

…opdat Hij in alle dingen de eerste plaats zou innemen. Kol.1:18

Maar Christus is alles en in allen. Kol.3:11     

Het christelijke leven wordt niet gevormd door een ervaring of door een serie ervaringen. Als de focus vanwege dit verlangen toch op de Heilige Geest komt te liggen en niet op Christus , is de basis gelegd voor een vreemde geest om de waarheid te vervalsen en ons tot prooi te maken (zie 2Kor.11:4; Kol.2:8). Geestelijke volwassenheid en het dragen van vrucht (Gal.5:22) ontwikkelen zich als iemand opgroeit in de genade en kennis van de Heer Jezus Christus (2Pet.3:18), door het geloof, via het geschreven woord van God. Dit kost tijd, ervaring, studie, strijd en volharding. Geen enkele ervaring (‘meer van de Geest’, ‘second blessing’, ‘vallen in de Geest’, ‘soaken’, ‘spreken in talen’ etc.) kan een christen wortelen in het leven dat in Christus is. Integendeel, deze ervaringen zullen hem van Christus doen afdrijven en iemand dieper in het eigen ‘ik’-gerichte leven van de oude mens wortelen met alle desastreuze gevolgen van dien. Hij zal worden zoals de Korinthiërs, vleselijk, levend vanuit de ziel (1Kor.3:1-3) en niet vanuit de geest zoals Paulus deed (Rom.1:9).

Maar ik vrees dat wellicht, zoals de slang Eva verleidde door haar sluwheid, uw gedachten bedorven en afgeweken zijn van de eenvoudigheid <en de reinheid> jegens Christus. 2Kor.11:3

Als de slang, de duivel mensen misleidt, komen ze uiteindelijk uit bij een ‘andersoortige geest’ (2Kor.11:4). Zij die in deze beweging zich uitstrekken naar ervaringen buiten het woord van God om, komen dan ook terecht in demonische misleiding en raken ‘betoverd’ wat verklaart dat ze vaak niet meer voor rede vatbaar zijn. De Geest die ze denken te ervaren is namelijk een andere geest, niet die van God. Zo raken ze steeds verder verwijderd van de waarheid, terwijl ze denken heel ‘geestelijk’ te zijn. De vrucht in hun leven is daar het bewijs van.

Verkeerde leer leidt namelijk altijd tot verkeerde praktijk. Zonden zoals overspel, hoererij, echtbreuk, zelfzucht, partijzucht, scheuringen, eerzucht en geldzucht komen keer op keer juist voor onder charismatische leraars en hen die deze leringen omarmen en hierdoor het zicht op Christus en het kruis verloren hebben. De hele beweging is dus tot oneer van Christus! Het begint altijd met grote verhalen, massa’s mensen en ogenschijnlijk succes, maar mondt vaak weer uit in bittere teleurstellingen, openlijke zonden en partijschappen. Om maar te zwijgen over de grote bedragen aan geld die er vaak rond gaan, de vaak grote nadruk op collecte, inzameling. ‘offers’, ’tienden’ etc.

Wat tenslotte ook opvalt zijn de vele vrouwen die voorgaan tijdens charismatische samenkomsten en conferenties. Terwijl de Schrift het uitdrukkelijk verbiedt voor een vrouw om te spreken in de gemeente (1Kor.14:34-35) of onderwijs te geven (1Tim.2:11-12), zien we juist in de charismatische beweging dat dit ‘gebod van de Heer’ (1Kor.14:35) massaal wordt genegeerd. Op de website van ‘Thee is More’ bijvoorbeeld staan tussen de sprekers van de conferentie van 2023 maar liefst zeven vrouwen. Daar waar de ervaring plaats maakt voor het woord, wordt uiteindelijk het woord genegeerd.

Laten we ook naar onszelf kijken, of onze levens tot eer van God zijn. Wij zijn geroepen om dat wat niet deugt te ontmaskeren en te toetsen en te weerleggen (2Tim.4:1-3), maar dat wel ‘ziende op onszelf’ (Gal.6:1), niet vanuit hoogmoed of een geest van betweterigheid maar vanwege oprechte zorg voor de gemeente van God. Er zijn vele broeders en zusters in de charismatische beweging, maar ze zijn helaas verdwaald. De Heer Jezus waarschuwde (Mat.16:6-12), Paulus waarschuwde (Hand.20:28-32; 2Kor.11:3; 13-15), Johannes waarschuwt (1Joh.2:18-24), Petrus waarschuwt (2Pet.2:1) en Judas waarschuwt voor misleiders (vers 4). Het is dus goed om hen te waarschuwen want dat is nodig in deze tijd van grote verwarring. Dit zal regelmatig op fel verzet stuiten (Zo werd ik onlangs uitgemaakt voor ‘adderengebroed’). Het blijft de opdracht van de Heer om anderen van dwaalwegen te behouden (Jak.5:19-20).

Gelukkig trekt de Heer in zijn grote genade nog steeds sommigen uit dit systeem, zoals dit ook met mijzelf is gebeurd.