Het is voor veel gelovigen overduidelijk dat we leven in de laatste dagen (2Tim3:1). Helaas zijn zeer veel gelovigen zich totaal niet bewust van dit feit. Paulus schreef al aan de Romeinen dat de nacht ver is gevorderd (Rm13:12) en dat het tijd is om wakker te worden. De ‘nacht’ is de hele periode dat Christus afwezig is en wij door geloof leven. Straks gaat de ‘zon der gerechtigheid’ (Mal4:2) op, dat is Christus, en wordt het zijn dag! Maar let op; net zoals het laatste stuk van de natuurlijke nacht ook het donkerst is, zo zal dit geestelijk ook zijn. Vlak voordat Christus terugkomt, en de dag aanbreken zal, wordt het eerst nog pikdonker. Het zal inktzwart worden. Jezus zegt zelfs: ‘Er komt een nacht, waarin niemand meer werken kan (Jh9:4)’. Vanuit de Bijbel weten we dat de mens van de zonde, de antichrist, in deze wereld gaat komen.

Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen wat God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is. Herinnert gij u niet, dat ik, toen ik nog bij u was, u dit meermalen gezegd heb? En gij weet thans wel, wat hem weerhoudt, totdat hij zich openbaart op zijn tijd. Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; (wacht) slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is. Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here [Jezus] doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt. Daarentegen is diens komst naar de werking des satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen, 2Ts2:3-9

Deze mens zal het werk van God op een duivelse manier imiteren. Hij zal satan zelf zijn, maar dan in mensengedaante, net zoals God in Christus mens werd. Hij zal ook tekenen en wonderen gebruiken om zijn komst aan te kondigen, net zoals de tekenen en wonderen Jezus’ komst begeleidden. Hij zal, net zoals Jezus de Heilige Geest gaf, een andere geest uitstorten. Deze andere geest zal de mensen aftrekken van Christus en richten op de anti (=tegen of ‘andere’) Christus. Judas, die door Jezus ook de ‘Zoon des verderfs’ wordt genoemd in Jh17:12, leek uiterlijk exact op de andere twaalf discipelen. Hij predikte, verrichte wonderen en ging om met Jezus. De andere discipelen hadden niet door dat hij door een andere geest was bezet. Jezus zegt dat als het mogelijk zou zijn geweest, ook de uitverkorenen zouden worden verleid in deze eindtijd (Mt24:24). Veel gemeenten worden vandaag al overspoeld door deze andere geest. Paulus moest constateren dat de Korintiërs ermee waren besmet: 

Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige [en loutere] toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden. Want indien de eerste de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt, of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen, of een ander evangelie, dat gij niet hebt aangenomen, dan verdraagt gij dat zeer wel. 2Ko11:2-4

Zij waren degenen die bezig waren met de gaven van de Geest, maar dan op een vleselijke manier. Dit zien we in de eerste brief aan de Korintiërs. Vandaag zijn veel gemeenten onder het beslag gekomen van deze andere geest. Het is schrijnend om te zien hoe men bezig is met ervaringen, gevoel en uiterlijke dingen en werkelijk denkt dat deze dingen van God komen. Zo las ik van een voorganger dat hij ontevreden was met het resultaat van zijn bediening. Hij wilde ‘meer van God zien’. In plaats van het Woord van God te kennen dat ons leert dat er in de laatste dagen zware tijden zullen komen, luistert hij naar iemand die zegt: ‘De krachtsbediening van Jezus moet in de kerk hersteld worden’ Zodra hij deze man zijn gang laat gaan gebeurt er ineens van alles en dat is het antwoord wat hij zocht. Hij doet zijn verhaal in een christelijk blad. Geen woord over de toetsing aan de Schrift of over de persoon van Christus terwijl Petrus schrijft: En wij achten het profetische Woord daarom des te vaster en gij doet wel, er acht op te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats (2Pt1:19). Ik vind het moeilijk om deze dingen aan het licht te brengen, ik wil geen leraar zijn die overal commentaar op heeft. Ook waardeer ik enorm het zoeken naar ‘meer’ van Gods Geest want dat hebben we hard nodig! Tegelijk zie ik dat er misleidingen zijn en dat wil ik aantonen. Ik ben me ervan bewust dat dit hoogmoedig over kan komen, maar zo is het niet bedoeld. Het moet gezegd worden omdat we in de laatste dagen leven.

Het is vandaag duister, want het is allemaal ervaring wat de klok slaat. Deze voorganger vertelt dat hij naar een conferentie is geweest. Let op wat hij zegt: ‘Ik was bereid om te vallen, om te huilen, te lachen of alles tegelijk, het maakte mij niet uit.’ Op deze manier komt men onder een andere geest. Op de vraag waar al die problemen van mensen vandaan komen wordt van alles geantwoord (opvoeding, demonische belasting), behalve het Bijbelse antwoord: ‘uit het zondige vlees’. Dan gaat hij deze problemen oplossen d.m.v. bevrijding, genezing etc. De Bijbel spreekt over bekering en toewijding en geestelijke groei, maar deze voorganger wil resultaten zien en het liefst snel!In het hele artikel gaat het om wat wij moeten en kunnen en er wordt nauwelijks over Christus gesproken. Hoe is het mogelijk dat men dit niet ziet? Omdat men niet anders wil en dan geeft God iemand uiteindelijk over aan een verblinding. Men luistert niet meer naar Gods Woord. Ik zie het overal in onze evangelische gemeenten: Er wordt van alles gedaan en ervaren, maar het onderwijs vanuit Gods Woord over de persoon van Christus en de prediking van het kruis zien we niet veel meer. Als je daar dan iets over zegt, ben je een lastpak. Men zegt: ‘Ja, het Woord, maar de Geest is ook belangrijk’. Maar wat schrijft Paulus?

verkondig het woord, dring erop aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting. Want er komt een tijd, dat (de mensen) de gezonde leer niet (meer) zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is, naar hun eigen begeerte zich (tal van) leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren en zich naar de verdichtsels keren. Blijf gij echter nuchter onder alles, aanvaard het lijden, doe het werk van een evangelist, verricht uw dienst ten volle. 2Tm4:2-5

De leiders van deze gemeenten laden een enorme verantwoordelijkheid op hun schouders door de mensen op deze manier verkeerd te weiden als valse herders. Men houdt de schapen weg van de ‘grazige weiden’ welke niets anders voorstellen van de rijkdom van Christus. De enige manier waarop gelovigen een stabiel en volwassen geloofsleven krijgen is door de kennis van de Zoon van God (Ef4:13) en niet door deze andere geest toe te laten. Men denkt dat als men de resultaten ziet die de voorganger beschrijft in het artikel (‘mensen vallen van hun stoel, beginnen te huilen, etc.) dat dit de Heilige Geest is.

De Bijbel leert ons de kenmerken van de aanwezigheid van de Heilige Geest: besef van zonde, bekering, en de persoon van Christus staat, vanuit de Bijbel, centraal (Jh16:14 “Hij zal Mij verheerlijken’ zegt Jezus over de Geest van God). De andere geest zet een andere Jezus centraal en een ander evangelie. Dit zijn precies die elementen die straks de komst van de antichrist zullen begeleiden: de mens en zijn behoeften in het centrum, leven vanuit de ziel, het gevoelsleven en niet vanuit geloof door Gods Woord. Als we dan ook kijken naar de vrucht op lange termijn van deze andere geest is dat: verlies van kennis van de Bijbel, onstabiele levens die zijn gebouwd op ervaringen, geen eenheid onder gelovigen etc. Het is een trieste zaak, maar helaas waar: mensen zijn zelfzuchtig (2Tm3:1) geworden en moeten zich daarvan bekeren. Helaas sluit de prediking van de andere Jezus, die van tekenen, wonderen, etc. precies aan bij de behoefte van velen van vandaag. Jezus zegt in Jh11:9: 

Gaan er geen twaalf uren in een dag? Als iemand overdag loopt, stoot hij zich niet, omdat hij het licht van deze wereld kan zien; maar wanneer iemand bij nacht loopt, stoot hij zich, omdat het licht niet in hem is. 

Als je het licht in je hebt, dat is de aanwezigheid van Christus in ons, zijn we in staat te leven in de nacht en te zien. Als we daarbij het profetische Woord onderzoeken ontvangen we licht. Sommigen zullen dit allemaal somber gepraat vinden en ‘negativiteit’. De profeten van het Oude Testament spraken ook zo: ze duidden de tijd en waarschuwden Gods volk. Het werd hen niet in dank afgenomen door de meesten.