Maar weet dit, dat er in de laatste dagen zware tijden zullen zijn; want de mensen zullen zelfzuchtig zijn, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedigen, lasteraars, de ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, liefdeloos, onverzoenlijk, kwaadsprekend, onbeheerst, ruw, zonder liefde tot het goede, verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers van genot dan liefhebbers van God. Ogenschijnlijk bezitten zij godsvrucht, maar de kracht daarvan verloochenen zij. Wend je ook van dezen af. 2Tim3:1-5

Inleiding

De tweede brief van Paulus aan Timotheüs vereist onze nauwkeurige studie omdat het enerzijds de toestand van het christelijke getuigenis beschrijft van de ‘laatste dagen’ (2Tim3:1) en ook omdat het ons de drie bakens, de drie hulpbronnen toont die beschikbaar zijn voor de ‘mens Gods’ (vs17) die in deze laatste dagen wil leven tot eer van zijn Heer. Paulus laat in deze brief, die zijn laatste is geweest, zijn ‘geestelijk’ testament na aan zijn ‘kind’ Timotheüs (2Tim2:1). Hierin bereidt hij hem, en allen die in Christus godvruchtig willen leven (2Tim3:12), voor op de zware tijden die zouden komen en in zekere zin al waren aangebroken. De Heer Jezus heeft al laten zien hoe het verloop zou zijn van het getuigenis voor zijn Naam op aarde als hij verheerlijkt zou zijn.

Een andere gelijkenis hield Hij hun voor en zei: Het koninkrijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaad, dat een mens nam en in zijn akker zaaide; het is wel kleiner dan alle zaden, maar als het is opgegroeid, is het groter dan de groenten en wordt een boom, zodat de vogels van de hemel in zijn takken komen nestelen. Een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: Het koninkrijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw nam en verborg in drie maten meel, totdat het geheel doorzuurd was, Mat13:31-33.

Het koninkrijk der hemelen is dat wat op aarde vorm zou krijgen onder de verantwoordelijkheid van mensen en het getuigenis in naam zou zijn voor de Heer. Het is een falend getuigen is geworden, tot oneer van de Heer. De christenheid heeft ten diepste nog zwaarder gefaald dan Israël. De grote boom met de vele vogels uit het bovenstaande symboliseert de vele dwalingen die er binnen de christenheid ‘genesteld’ zijn en het zuurdeeg de valse leringen over de Heer Jezus die door een vrouw, beeld van de goddeloosheid (Zach5:7-8; Op2:20; 17:3), ingevoerd zijn. Paulus beschrijft dit ook in de volgende bewoordingen als hij schrijft over hen die zich christenen noemen in de laatste dagen:

Ogenschijnlijk bezitten zij godsvrucht, maar de kracht daarvan verloochenen zij. Wend je ook van dezen af. 2Tim3:5

De mensen die belijden een christen te zijn, zich uiterlijk vroom voordoen, maar zonder leven uit God zijn, worden in de laatste dagen gekenmerkt door zelfzucht, ‘liefde voor zichzelf’ (vs1). De gevolgen zijn dat zij geldzuchtig zijn, hoogmoedig, onheilig, liefdeloos, onverzoenlijk etc. Ze hebben meer liefde voor genot dan voor God (vs4). Het gaat hen alleen om hun eigen belangen en begeerten en niet om wat God van hen vraagt. Er wordt daarom ook niets van de Heer Jezus in hen gezien, maar alles van de eerste mens, Adam (Rom1:29-31). Het zijn daarom ‘zware tijden’ voor hen die vandaag de Heer willen dienen en tot hun grote verdriet zien hoe de mens binnen de christenheid God onteert.

Verkeerde invloeden

Want onder hen zijn er, die de huizen binnensluipen en vrouwspersonen inpalmen die met zonden beladen zijn en gedreven worden door allerlei begeerten. 2Tim3:6

‘Vrouwspersonen’, door emotie gedreven mensen, worden door sommigen van hen ingepalmd (letterlijk ‘gevangengenomen’), die hun huizen ‘binnensluipen’ (denk aan het internet en de vele boeken waardoor vele valse leraars de huizen binnensluipen) en hun begeerten aanmoedigen en bevestigen (denk aan de LHBTIQ+ acceptatie binnen de kerken). Echte honger naar kennis van de Bijbel is er helemaal niet. De genade van God veranderen zij in goddeloosheid (Judas, vers 4). Dit gaat allemaal ‘heimelijk’, stiekem, ongemerkt en dus spreekt de Schrift over ‘binnensluipen’ zowel hier in 2Tim3:6, als in Gal2:4 en Jud:4.

We leven in een tijd van gevoel en emotie. Ik ben wat ik voel. Deze geest van de wereld is ook de christenheid binnengedrongen. Deze emotie-gedreven mensen laten zich altijd leren maar komen nooit tot de erkentenis van de waarheid (vs7). Ze hebben geen interesse in wat Gods woord leert en de Bijbel gebruiken zij alleen maar om hun eigen begeerten te bevestigen. De valse leraars verzetten zich tegen de waarheid opdat dezen zich van de waarheid afkeren, zoals we lezen in 2Tim4:4. Net zoals Jannes en Jambres destijds, de tovenaars aan het hof van Egypte, wordt het leven uit God geïmiteerd. Zij imiteerden de wonderen die Mozes en Aäron voor de Farao verrichten (Ex7:11,22; 8:7). Denk aan de hedendaagse zogenaamde tekenen en wonderen, de zogenaamde genezingen, vallen in de Geest etc. Maar echt goddelijk leven, dat is het leven van de Heer Jezus, kunnen zij niet voortbrengen, zie Ex8:18. Hun toehoorders krijgen emotionele ervaringen maar geen groei in Christus. Zij bewerken slechts de oude mens en doen verwoede pogingen deze te verbeteren (door emotie, gevoel en ervaringen centraal te stellen) i.p.v. het nieuwe leven in Christus uit te dragen.

Toename van het kwaad

Maar boze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan, terwijl zij misleiden en misleid worden. 2Tim3:13

Er zal een grote toename zijn van boze mensen en bedriegers in deze laatste dagen. Er zal misleiding zijn op grote schaal. De gevolgen zijn dat men uiteindelijk de gezonde leer niet meer verdraagt (die immers het kruis brengt, het oordeel over het vlees en de eerste mens uit Adam), maar naar hun eigen begeerte verzamelen ze zich voor zichzelf leraars om zich het gehoor te laten strelen (2Tim4:3). ‘Fijne’ preken over hoe geweldig we zijn in Gods ogen, hoeveel talenten we hebben, hoe we God kunnen ervaren, maar nooit een woord over zonde of oordeel. Zo keren zij hun oor af van de waarheid en richten ze zich tot de fabels (2Tim4:3-4). Ik hoorde gisteren nog van een prediker die sprak over koeien (!) die ‘in de Geest vielen’! Ook een tv-serie als ‘The Chosen’ portretteert een ‘Jezus’ die voor 95% dingen doet en zegt die nergens in de Bijbels staan. Toch kijken miljoenen mensen naar deze ‘fabels’.

Deze neerwaartse spiraal van goddeloosheid binnen het christelijke getuigenis was al begonnen in de dagen van de apostel. Allen die in Asia waren (!) hadden hem, dat is zijn leer, verlaten, 2Tim1:15. Hierdoor was er ruimte gekomen voor hen die ‘ongoddelijk gezwets’ de gemeente konden binnenloodsen, 2Tim2:16-18. Nadat Paulus aan Timotheüs de instructies voor zijn eigen tijd heeft gegeven, (het zich onttrekken aan de ongerechtigheid en het jagen naar gerechtigheid, geloof, liefde en vrede met hen die de Heer aanroepen uit een rein hart in een geest van vriendelijkheid, verdraagzaamheid en zachtmoedigheid, 2Tm2:19-26), laat Paulus zien hoe de individuele gelovige zich moet opstellen in de laatste dagen die zwaar zullen zijn.

De eerste hulpbron is het leven van Paulus

Hij geeft hiervoor drie onmisbare bakens of hulpbronnen en wij doen er goed aan ervoor te zorgen dat wij voortdurend uit deze bronnen putten. De eerste hulpbron, het eerste baken vinden we in de verzen 10 en 11 van 2Tim3.

Maar jij hebt nauwkeurig nagevolgd mijn leer, mijn wijze van doen, mijn bedoeling, mijn geloof, mijn lankmoedigheid, mijn liefde, mijn volharding, mijn vervolgingen, mijn lijden, zoals mij is overkomen in Antiochië, in Iconium, in Lystra, zulke vervolgingen als ik heb verdragen, en uit alle heeft de Heer mij gered.

De leer en het leven van Paulus is de eerste hulpbron. Timotheüs is hier een voorbeeld van een ‘mens Gods’. Hij werd gekenmerkt door een aantal morele eigenschappen (zie Fil2:20) waarnaar ook wij mogen en moeten streven. Willen we ontkomen aan de valkuilen van deze laatste dagen, behoren we net zoals Timotheüs te zijn. Wat schrijft Paulus over hem? Hij had ten eerste ‘nauwkeurig nagevolgd’:

1. De leer van Paulus. Dit is de gezonde leer. Paulus had het woord van God voleindigd (Kol1:25). De rechtvaardiging is op grond van geloof alleen, zonder werken (Rm3). God verklaart de goddeloze rechtvaardig op basis van diens geloof in het bloed van de Heer Jezus. Vervolgens brengt Paulus het kruis dat wordt toegepast op de oude mens uit Adam, de ‘eerste mensensoort’ en de wijsheid van deze wereld. Alles is wat God betreft in de dood geplaatst op het kruis. Dan predikt Paulus alle hemelse zegeningen in een verheerlijkte Heer die ons bij de Vader heeft gebracht (Ef1:3-6). Er is alleen leven in Hem, buiten deze veroordeelde wereld. De gemeente is het lichaam van Christus, dat is ‘de verborgenheid van Christus’ (Ef3:4) en is hemels in haar positie en leven. Voor God bestaat er nu één nieuwe mens en dat is Christus verbonden met zijn lichaam, de gemeente. Het gaat in Paulus’ evangelie om de verlangens van de Heer voor zijn bruid en om de ‘hele raad van God’ (Hand20:27) die voor Zichzelf, naar het welbehagen van zijn wil de gemeente heeft voorbestemd tot gelijkvormigheid aan het beeld van zijn Zoon (Ef1:5-6; Rom8:29). Het evangelie dat Paulus bracht gaat over Gods verlangens en de eer van zijn Zoon en niet om ons. Wij behoren dan ook ‘nauwkeurig’ deze zaken te onderzoeken vanuit de Bijbel en te kennen, dan blijven wij bewaard voor de ik-gerichte geest van deze tijd. Naast de leer zien we de volgende kenmerken van het leven van Paulus.

2. De wijze van doen van Paulus. De leer van Paulus is onlosmakelijk verbonden met zijn praktische leven. Paulus leefde wat hij leerde, en wij mogen nooit de leer losmaken van het leven dat erop zou moeten volgen. Zijn wijze van doen was in overeenstemming met de Heer. Paulus leek op Hem door de genade van God. De gezonde leer leidt altijd tot een gezonde leefstijl, in overeenstemming met Gods woord. Paulus leerde Christus en leefde Christus en dit zou ook de mens Gods moeten kenmerken.

3. De bedoeling van Paulus. Het leven was hem Christus (Fil1:21). In alles wilde hij Hem verheerlijken, in zichzelf maar ook in de anderen. Hem verkondigen wij, terwijl wij iedere mens terechtwijzen en iedere mens leren in alle wijsheid om iedere mens volmaakt te stellen in Christus. Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar zijn werking, die in mij werkt met kracht (Kol1:28-29).

4. Het geloof van Paulus. Paulus diende God in zijn geest (Rom1:9), door het geloof in de Zoon van God (Gal2:20), zonder dat hij zichtbare of voelbare elementen die het Jodendom kenmerkte, nog nodig had. Alles wat hij nodig had, was te vinden in de Heer Jezus, de verheerlijkte mens in de hemel.

5. De lankmoedigheid van Paulus. Hij verdroeg alles ter wille van Christus. Ik weet vernederd te worden, ik weet ook overvloed te hebben; in elk opzicht en in alles ben ik ingewijd, zowel in verzadigd zijn als in honger lijden, zowel in overvloed hebben als in gebrek lijden. Ik vermag alles door Hem die mij kracht geeft (Fil4:12-13).

6. De liefde van Paulus. Dit is de liefde van Christus in hem die naar ongelovigen en gelovigen uitstroomde opdat zij in Hem zouden opgroeien. Zo was hij onder de Joden ‘als een Jood, om de Joden te winnen’ en was hij onder de volken ‘als zonder wet’ (1Kor9:20-21). Zijn grote liefde voor zijn eigen volk Israël leidde ertoe dat hij zelfs bijna zijn eigen roeping vergat (Hand21:26)!

7. De volharding van Paulus. Hij hield zijn oog op het einddoel, wat de omstandigheden ook waren. Hij achtte zijn leven niet als kostbaar voor hemzelf. De eer van Christus was zijn doel (Hand20:24; Fil3:14; 2Tim4:8).

8. De vervolgingen van Paulus. Zijn veroordeling in het evangelie van de oude mens riep de haat op van vooral de Joden, dit geldt voor ieder die de gezonde leer deelt en in Christus godvruchtig wil leven (2Tim3:12). Wij zijn geroepen te getuigen van de waarheid en dat houdt ook in dat wij de mens uit Adam toezeggen dat hij onverbeterlijk slecht is en zich dus moet bekeren. Ook als wij de leer van Paulus uitdragen, namelijk dat wij geen gevoel, emotie, de wet, feestdagen of andere uiterlijke zaken nodig hebben, zullen mensen ons ‘stellig’, ‘liefdeloos’, ‘betweterig’, ‘pietluttig’, ‘overdreven’, ‘kritisch’, ‘fanatiek’, etc. noemen.

9. Het lijden van Paulus. Dit lijden is omdat de slaaf niet boven de Meester staat (Joh15:20). Zie ook 2Tim2:2, 4:5. In 2Kor11:23-28 beschrijft Paulus wat hij allemaal heeft moeten meemaken omwille van de naam van de Heer. Paulus droeg de merktekens van de Heer Jezus in zijn lichaam (Gal6:17).

De tweede hulpbron is de Heer Jezus zelf

Naast deze eerste hulpbron is er de tweede, hele belangrijke en dat is de Heer Jezus zelf. We lezen in 2Tim2:1: ‘Jij dan, mijn kind, sterk je in de genade die in Christus Jezus is’. In 2Tim3:11: ‘En uit alle heeft de Heer mij gered’. In 2Tim4:17: Maar de Heer heeft mij bijgestaan en mij gesterkt’. In 2Tim4:18: ‘De Heer zal mij redden van elk boos werk en behouden voor zijn hemels koninkrijk’. Laten we niet denken dat we de leer en het leven van Paulus kunnen vasthouden buiten Christus om. We hebben in alles Hem nodig, in totale afhankelijkheid, door zicht op zijn heerlijkheid, door in en door Hem de omgang met de Vader en de Zoon te kennen, om staande te blijven in deze laatste dagen. Laat alles in uw leven tot doel hebben de Heer Jezus te kennen en Hem te dienen.

Ik ben de wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u helemaal niets doen. Joh15:5

De derde hulpbron is de Schrift

Tenslotte roept de Schrift ons op om te ‘blijven’ in wat we hebben geleerd (vs14). We moeten standhouden in wat we hebben geleerd. Hiervoor hebben we de derde hulpbron. Het is nodig van ‘jongs af’ de heilige geschriften te kennen (vs15). In deze laatste dagen hebben we in de Bijbel onze enige tastbare hulpbron die ons bovenstaande doelen helpt te bereiken. Zo worden wij ‘wijs tot behoudenis’ in deze laatste dagen. Dit is de behoudenis van de verwarring die de laatste dagen kenmerkt! Deze behoudenis van verkeerde invloeden is ‘door het geloof dat in Christus Jezus is’. Alles in de Bijbel leidt tot het geloof in de Heer Jezus. Ieder Bijbelgedeelte heeft hiermee te maken en heeft dit doel! Zo zijn we tot alle goed werk ten volle toegerust.

Alle Schrift is door God ingegeven en nuttig om te leren, te weerleggen, te verbeteren en te onderwijzen in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen is, tot alle goed werk ten volle toegerust. 2Tm3:16-17

De Bijbel leren kennen betekent dat we onszelf weerleggen als we verkeerde gedachten hebben over onszelf of over God de Vader en de Heer Jezus. Het verbetert ons en corrigeert ons. De Bijbel is een ’tweesnijdend zwaard’ (Heb4:12). De Bijbel onderwijst ons opdat we groeien in gerechtigheid, in een tijd van ongerechtigheid. Zo is de mens Gods volkomen toegerust. Niets anders is nodig! De Bijbel bevat de leer en het leven van Paulus en de kennis van de Heer Jezus. Het openbaart ons wie Hij is.

De satan weet deze dingen ook. Hij zal proberen ons:

A: Een deel van de leer van Paulus te onthouden. Zorg dat u nauwkeurig navolgt wat Paulus leert, neem geen genoegen met een beetje kennis of oppervlakkig onderwijs. Begin met een grondige studie van de brief aan de Romeinen, dit is de basis van uw geloofsleven.

B: Te verleiden om een levensstijl te leiden die de leer verloochent. Door in zonde te leven wordt de leer die we belijden krachteloos gemaakt. ‘Wandel waardig de roeping waarmee u bent geroepen’, schrijft Paulus daarom in Ef4:1.

C: Te misleiden zodat we de leer en het leven van Paulus toe-eigenen buiten de Heer Jezus om. Zorg dat altijd, alles wat we lezen in afhankelijkheid van de Heer is en tot kennis van Hem leidt.

D: Te misleiden zodat wij, na een tijd de gezonde leer verlaten en ons niet afzijdig meer houden van de ongerechtigheid. ‘Maar jij, blijf in wat je geleerd hebt en waarvan je volkomen overtuigd bent’ (2Tim3:14).

E: Bepaalde leraars of ervaringen na te laten volgen i.p.v. dat wij geworteld zijn in het woord van God. De Heer geeft meerdere leraars aan de gemeente (Ef4:11) om ons te leren over Hemzelf (Ef4:13), maar zodra wij personen gaan navolgen of bepaalde favoriete leerstukken tot een centraal punt van aandacht maken, missen we ons doel.

Laten wij met grote dankbaarheid en toewijding deze drie hulpbronnen koesteren en eruit leven, totdat Hij komt.

Daarom, broeders, beijvert u te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want door dit te doen zult u beslist nooit struikelen. 2Pet1:10

Met grote dankbaarheid heb ik tijdens het schrijven van dit artikel gebruik gemaakt van ‘The Last Days’ van Hamilton Smith.