Dat we in ernstige tijden leven zal niet velen ontgaan. Gisteravond (2 november 2021) is er door ons demissionaire kabinet weer een pakket aan maatregelen gelanceerd. Inmiddels zijn we alweer ruim anderhalf jaar verder sinds de introductie van de term ‘corona’ en de gevolgen worden steeds ingrijpender in onze maatschappij. Het heeft er alle schijn van dat zij die zich niet wensen te vaccineren steeds meer buitengesloten worden van het maatschappelijk leven. Het zal naar mijn inzicht uiteindelijk uitdraaien op verplichte QR-codes in alle sectoren. Het zal me niets verbazen als ook zelfs binnen kerken QR-codes gaan worden toegepast. Vele christenen maken zich ernstig zorgen en zetten goed bedoelde initiatieven op poten om een tegengeluid te laten horen. In dit artikel wil ik de zeer belangrijke vraag beantwoorden: Hoe behoren wij ons nu op te stellen in deze tijd? Wat leert de Bijbel ons?

Helaas onderscheiden velen niet de tijd waarin wij leven sinds de verwerping en hemelvaart van onze Heer Jezus. Want wat kenmerkt onze tijd? Ik wil dit doen aan de hand van Paulus’ bezoek aan de stad Efeze. Paulus kwam daar ‘na de hoger gelegen streken te hebben doorgereisd’ (Hand19:1). Dit is al gelijk een eerste aanwijzing. Want Paulus leefde met zijn ogen gericht op de hemel. Alles wat hij nodig had, was daar te vinden (zie dit artikel) in de ‘hoger gelegen streken’. Vanuit zijn rijkdommen in Christus brengt hij het evangelie in de synagoge van Efeze drie maanden lang (Hand19:8). Hij wilde dat de gelovigen zouden weten welke roeping de gemeente van God heeft. Dan staat er iets belangwekkends zodra er tegenstand komt vanuit de Joden.

Toen echter sommigen zich verhardden en ongehoorzaam waren, terwijl zij van de Weg kwaad spraken voor de menigte, scheidde hij zich van hen af en zonderde de discipelen af en sprak dagelijks in de school van Tyrannus. Hand19:9

Onze tijd kenmerkt zich doordat wij, als leden van het lichaam van Christus, volkomen uit deze wereld (letterlijk ‘boze eeuw’) zijn getrokken door het verlossingswerk van Christus (zie Gal1:4). Wij behoren niet meer tot dit systeem dat onder het oordeel ligt en zijn nu burgers van een rijk in de hemelen geworden (Fil3:20). We zijn gezeten in de hemelse gewesten in Christus (Ef2:6) en ons leven is verborgen met Christus in God (Kol3:3). Dit noemt Paulus ‘het evangelie van de genade van God’ in Hand20:24 als hij spreekt over zijn dienst in Efeze. Bovendien is onze roeping ‘bovenwaarts’ (zie Fil3:14) en is de hoop van onze roeping dat wij straks bij Christus zullen zijn in het huis van de Vader met lichamen aan Hem gelijk (zie Joh14:2-3; Fil3:21). Dit noemt Paulus in Hand20:27 als hij zegt over Efeze: ‘Want ik heb niet nagelaten u de hele raad van God te verkondigen’. Dit heeft hij, blijkens Hand19:10 twee jaar lang gedaan. Hierdoor waren de Efeziërs goed onderwezen in hun hemelse roeping, hetgeen Paulus ook aan hen schrijft in zijn brief aan hen. Nu was het hun verantwoordelijkheid om de dingen te zoeken en te bedenken die boven zijn (zie Kol3:1-2), opdat hun harten vol zouden raken van Christus, de hemelse (zie Ef3:17) en zij op aarde zouden wandelen ‘waardig de roeping’ (zie Ef4:1) waarmee zij geroepen waren. Op die manier zouden zij in de heidense stad Efeze een kandelaar zijn, een getuige en vertegenwoordiger van Christus. Het zicht verliezen op Hem zou betekenen schade lijden in hun getuigenis. Dit zegt de Heer tegen de gemeente in Efeze:

Bedenk dan waarvan u afgevallen bent en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, ik kom tot u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert. Op2:5

De eerste liefde hadden zij, ondanks Paulus’ waarschuwingen in Hand20:28-32 verlaten. Kijken we eens naar de kenmerken van de stad Efeze dan zien we het volgende. Naast dat het een broeinest was van immoreel gedrag en occultisme (zoals in ons land vandaag), was er grote onrust zodra het om geld ging.

Omstreeks die tijd nu ontstond een niet geringe opschudding over de Weg. Want iemand genaamd Demétrius, een zilversmid die zilveren tempels van Artemis maakte, bracht de kunstenaars niet weinig winst aan. Hand19:24

Vandaag gaan er zeer grote bedragen om in de farmaceutische industrie. Er wordt flink verdiend aan de vaccins, dat moge duidelijk zijn. Maar er zit meer achter, want in vers 27 probeert deze Demétrius zijn handel te redden door te verklappen welke macht er achter zijn winst zit.

Nu is er niet alleen gevaar voor ons dat deze bedrijfstak in een kwade reuk komt, maar ook dat de tempel van de grote godin Artemis als niets wordt geteld en dat ook haar majesteit zal ten onder gaan, die door heel Asia en het aardrijk wordt vereerd. 

Buiten het feit dat de ‘bedrijfstak’ vaccins niet een in kwade reuk mag komen door alle critici, is de godin Artemis de macht achter dit alles. Dit is de godin van de jacht en de liefde (in het Latijn Diana). Zij symboliseert het voortdurende jagen van de mens naar eigenliefde en genot. Vandaag zien we dat de wereld steeds meer bezig is met ‘wat is het beste voor mezelf?’ Het hele aardrijk vereerde Artemis zoals nu de hele westerse wereld (‘aardrijk’ is het toenmalige Romeinse rijk wat nu weer in opkomst is) de eigenliefde propageert. Demétrius zegt als het ware: ‘Deze Paulus is een gevaar voor ons jagen naar wat het beste is voor onszelf’. Heel subtiel speelt hij in op wat het volk het meest dierbaar is. Het gevolg is dat zij allen roepen: ‘Groot is de Artemis van de Efeziërs’ (Hand19:28). De stad raakte vol verwarring, zoals we vandaag de grote verwarring zien in alle meningen over wel of niet vaccineren (zie vers 29). Maar toch zijn zij ‘eendrachtig’ gekeerd tégen Paulus’ boodschap van bekering (zie vers 29). De hele wereld heeft zich immers tegen God en Zijn Zoon gekeerd.

Sommigen dan schreeuwden dit, anderen dat, want de vergadering was in verwarring en de meesten wisten niet waarom zij waren samengekomen. Hand19:32

Twee uur lang ging het geschreeuw door dat Artemis groot is (Hand19:34). Dit is exact onze tijd. Er is verwarring, maar men aanbidt het eigenbelang. Hoe stelt Paulus zich nu op? Gaat hij ertegen in? Gaat hij een politiek partij oprichten? Gaat hij de naam van de Heer proclameren? Wijst hij op de tekenen der tijden? Niets van dit alles. Hij kan zijn leer niet kwijt in deze vijandige atmosfeer (zie vers 31). Onthoud dat dit hele tumult in Efeze en dus ook het hele tumult in onze samenleving op dit moment is gericht tegen de verkondiging van het evangelie van de genade van God. Wat doet Paulus nu?

Nadat het tumult voorbij was, riep Paulus de discipelen bij zich en vermaande (of: bemoedigd, vertroostte) hen, groette hen en ging op reis naar Macedonië. Hand20:1

Hij riep de discipelen bij zich. Hij, de geroepen apostel die de rijkdommen van de heerlijkheid van de God en Vader van onze Heer Jezus mocht ontvouwen, riep hen bij zich. Wij moeten leren ons te verheugen in de rijkdommen van Christus (Ko2:3) zoals die in de brieven van Paulus ontvouwd worden. Zoals Paulus hen afzonderde in de school van Tyrannus, zo zijn wij in een wereld die onder de macht is van de overste (’tiran’) van deze wereld, niet geroepen om ons tegen deze wereld te verzetten. We zijn geroepen om hier een getuige van Christus te zijn, door ons moreel te onderscheiden. Deze wereld ligt onder het oordeel (Joh12:31; 1Joh5:19) en we mogen mensen oproepen zich te laten verzoenen met God door zich te bekeren. Door elkaar op te bouwen in de hemelse dingen, de ‘dingen die boven zijn’ groeien we naar Hem toe (Ef4:16).

Al tweeduizend jaar lang verwachtten gelovigen de Heer. De Thessalonicenzen verwachtten ‘Zijn Zoon uit de hemelen’ (1Tes1:10). Er zijn geen tekenen der tijden die nog moeten gebeuren alvorens de Heer de gemeente komt halen (zie ook dit artikel en deze). Wijzen op de huidige tijd en conclusies verbinden met de komende antichrist is prima, maar niet in de zin van ‘nu is het wel heel dichtbij’, want het laatste uur is reeds begonnen (1Jh2:18). Onze aandacht moet zijn op Hem, het profetische Woord (2Pet1:19) opdat wij ons niet met de wereld verbinden en Hem dagelijks verwachten.

De vele meningen en de grote verdeeldheid die er momenteel is over de vaccinaties en de maatregelen kunnen ons wegtrekken van onze eerste liefde voor de Heer Jezus (Op2:4). We laten ons wegtrekken, want de Heer zegt dat de Efeziërs hun eerste liefde hebben verlaten.

Laat dit niet gebeuren in uw leven. Laat u niet afleiden. Ja, er komt een antichrist en één wereldregering. Dat is goed te weten zodat we waakzaam zijn. Maar uw aandacht moet zijn bij de dingen van boven. Dat is uw juiste geestelijke houding in deze tijden van verwarring!