Nederland is in de ban van de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Geert Wilders heeft een grote overwinning geboekt. Er zijn mensen blij, er zijn mensen teleurgesteld en er zijn mensen boos. Zo gaat dat in de politiek. De vorige lichting politici heeft de bevolking teleurgesteld en de nieuwe belooft het veel beter te gaan doen. De geschiedenis leert ons dat dit patroon zich zal blijven herhalen. Democratie is, in de woorden van Abraham Lincoln een regering ‘van de mensen, door de mensen en voor de mensen’. De vraag die ons als christenen moet bezighouden is: wat zijn Gods gedachten over het regeren door mensen hier op aarde? We vinden het antwoord in de Bijbel.

Hij stelde in het begin Adam en Eva aan om ‘te heersen’ over de aarde (Gen.1:26-28). Doordat zij in de zonde vielen brachten zij de gevolgen hiervan over ieder mens die vanaf dan geboren zou worden. Al snel resulteerde dit in hoogmoedige leiders als Lamech (Gen.19-24). Hier en daar onderwierpen mensen zich aan Gods gezag en ontvingen nieuw leven, terwijl de meerderheid zocht naar idealen om deze wereld te verbeteren (torenbouw van Babel, Gen.11). Toen God Israël had uitgekozen stelde Hij David aan als de koning die naar zijn hart is. Over hem lezen we:

Hij verkoos Zijn dienaar David en haalde hem bij de schaapskooien vandaan. Van achter de zogende [schapen] deed Hij hem komen om te weiden Jakob, Zijn volk, en Israël, Zijn eigendom. Hij heeft hen geweid met een oprecht hart en hen geleid met zeer bekwame hand. Ps78:70-72

In David zien we het verlangen van God dat zijn eigen Zoon ooit Koning zal zijn over de hele aarde (Ef.1:10-11). Tot aan die tijd heeft Hij ons in zijn woord geopenbaard hoe het zal aflopen met de regeringen van mensen. God gaf diverse koningen aan Israël en Juda. Nadat zij hadden gefaald om dit koningschap vorm te geven naar Gods gedachten, openbaarde God aan de profeet Daniël hoe de tijden van de volken er zouden uitzien voordat zijn Christus de ware Koning zou gaan worden. Dit gebeurt door een droom van de koning in Dan.2 en nachtgezichten van Daniël zelf in Dan.7. God zou de volken hun tijd geven om deze aarde te besturen (Luk.21:24; ‘de tijden van de volken’). De machthebber zonder God, Nebukadnezar ziet, in zijn droom, de rijken als de glorie van de mens in allerlei schitterende materialen (Dan.2). Dit resulteert in het oprichten van een gouden beeld dat hemzelf voorstelt, het eren van de mens in religieuze sfeer (Dan.3). Het model van Nebukadnezar was naar Gods gedachten, de regering onder één man, vandaar het gouden hoofd, maar de man zelf was een zondaar evenals alle daaropvolgende leiders en koningen.

De door God ‘zeer gewenste man’ (Dn9:23; 11:10,19) ziet daarom deze vier rijken en hun leiders als moreel verwerpelijke beesten (Dan.7). Hij krijgt een profetisch zicht op wat er vanaf zijn tijd zal gebeuren tot ‘het einde’. Er zullen, vanaf het Babylonische rijk, vier rijken komen die de aarde en Israël zullen beheersen tot aan de komst van de Heer Jezus. Dit zijn:

    1. Babylonische rijk————- hoofd ————————— goud (van 605-539 v.Chr.)
    2. Rijk van Meden en Perzen–borst en armen————— zilver (van 539-331 v.Chr.)
    3. Griekse rijk——————— buik en dijen——————-brons (van 331-63 v.Chr.)
    4. Romeinse rijk——————benen–ijzer en voeten——-ijzer en leem (van 63-476 (1453)

De nadruk ligt op het vierde rijk, omdat ten tijde hiervan de Heer Jezus zijn koninkrijk zal oprichten (zie Dan.2:44; 7:9). Dit is het Romeinse rijk, dat, zo blijkt uit de rest van dit boek en het boek Openbaring, weer zal worden hersteld in de eindtijd.

…zijn benen van ijzer, zijn voeten gedeeltelijk van ijzer, gedeeltelijk van leem. Dan.2:33

Tijdens dit rijk van ‘ijzer’ werd de Heer Jezus onder democratische (!) principes gekruisigd en het zal dan ook dit rijk zijn dat door Hem persoonlijk zal worden geoordeeld (Op.19:19-20). De democratie vraagt zich niet af wat juist is en wat waarheid is, maar wat de mensen willen. ‘Kruisigt Hem’ was hun wens en Pilatus deed gewillig, als een slaaf van de wens van de menigte, wat zij vroegen. Hiermee is het grootste kwaad dat ooit is gebeurd, het kruisigen van Gods geliefde Zoon, gebeurd onder democratisch besluit. Democratie is ook het kenmerk van het Romeinse rijk van de eindtijd, tot aan een bepaald moment als het Beest de alleenheerser wordt.

IJzer loopt namelijk over in een mengeling van ijzer en leem, wat aangeeft dat de benen en voeten samenhangend zullen zijn en hard als ijzer, maar uiteindelijk zal overlopen in een fase van onsamenhangende zwakheid van democratische aard. De voeten lopen over in tien tenen.

Dat u verder de voeten en de tenen, gedeeltelijk van leem van een pottenbakker en gedeeltelijk van ijzer, gezien hebt – dat zal een verdeeld koninkrijk zijn. Het zal [iets] hebben van de hardheid van ijzer – juist daarom zag u ijzer vermengd met modderig leem. En de tenen van de voeten, gedeeltelijk van ijzer en gedeeltelijk van leem – dat koninkrijk zal gedeeltelijk sterk zijn en gedeeltelijk broos. Dat u gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem – ze zullen zich door menselijk zaad vermengen, maar ze zullen zich niet aan elkaar hechten, zoals ijzer zich niet vermengt met leem. Dan.2:41-43

De voeten en tenen van het beeld, welke dit (herstelde) Romeinse rijk weergeven in zijn laatste fase van tien koningen (Dan.7:7, 20; Op.17:13) zullen door een steen worden getroffen. Wij leven nu in de tijd van voorbereiding op deze tien koningen in een Europa dat hard bezig is op democratische wijze (leem) dit herstelde Romeinse rijk vorm te geven. Als de tien koningen ‘oorlog voeren tegen het Lam; (Op.17:14) en ‘een uur’ (Op17:12), dat is de drie-en-een-half jaar van de grote verdrukking, macht zullen ontvangen, en het Beest drie van hen zal vervangen door zichzelf (Dan.7:9,20), dan zal de Heer komen. Alle vier de wereldrijken zullen dan worden verbrijzeld. Van elk rijk is er namelijk nog iets aanwezig in de eindtijd. Het hele beeld staat ook nogal wankel, wat spreekt van de incompetentie van de mens om de wereld te leiden. Tijdens deze laatste regering zal Christus wederkomen en zijn rijk, welke de gehele aarde vervullen zal, oprichten.

Dit] zag u totdat er, niet door [mensen]handen, een steen werd afgehouwen. Die trof dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en verbrijzelde die. Toen werden het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud tegelijk verbrijzeld. Ze werden als kaf op een zomerdorsvloer. De wind voerde ze weg, zodat er geen spoor van [terug]gevonden werd. Maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg en vulde de hele aarde. Dan.2:34-35

Gods gedachten over deze ‘oversten van deze wereld’ (1Kor.2:6) worden aan Daniël bekend gemaakt. Dan.4 laat hem namelijk, in de zelfverheffing van Nebukadnezar zien wat de eigenlijke, morele staat is van alle wereldleiders tot aan de komst van Christus. Zij zullen geen van allen rekening houden met God de Allerhoogste (Dan.5:21) en dat geldt ook voor onze huidige (te vormen) regering in Nederland. Maar Dan.5 gaat nog een stapje verder en laat de afgoderij en lastering van God zien in Belsazar. Dit toont ons de laatste fase van de morele neerwaartse spiraal van de wereldleiders. Niets zal meer heilig zijn. De Heer Jezus, de Heilige, zal worden bespot en uitgesloten uit iedere vorm van samenleving.

Koning Belsazar richtte een groot feestmaal aan voor zijn duizend machthebbers, en in tegenwoordigheid van die duizend dronk hij wijn. Dan.5:1

Vervolgens laat deze koning ‘onder invloed van de wijn’ (vs2a) de heilige voorwerpen halen die afkomstig zijn van de tempel van Jeruzalem ‘opdat de koning, zijn vrouwen en bijvrouwen eruit zouden drinken’ (vs2b). Dit tekent de huidige opstand van politieke leiders tegen ‘al wat God heet’ (2Thes.2:4). Ook in ons land wordt door leiders abortus aangemoedigd als een ‘belangrijk recht’ (VVD, D66, Groenlinks/PVDA, SP, PVD, BIJ1), het homohuwelijk als eerste wettelijk geregeld (2001), en is het verbod op godslastering opgeheven. Hoewel de overheden door God zijn aangesteld (Rom.13:1) hebben deze hun verantwoordelijkheid de afgelopen honderden jaren tot op nu, vreselijk misbruikt. God openbaart aan Daniël hoe hij over deze mannen en vrouwen denkt:

‘U hebt zich verheven tegen de HEERE van de hemel, want de voorwerpen van Zijn huis heeft men bij u gebracht. En u, uw machthebbers, uw vrouwen en bijvrouwen hebben wijn eruit gedronken, en u hebt uw goden van zilver en goud, koper, ijzer, hout en steen geprezen, die niet kunnen zien en niet kunnen horen en geen kennis hebben. U hebt echter de God in Wiens hand uw adem is en aan Wie al uw paden toebehoren, niet verheerlijkt’ (Dan.5:23).

Er verschijnt een hand die op de wand een oordeel opschrijft: MENE, MENE, TEKEL, URFASIN, ‘geteld, geteld, gewogen en te licht bevonden’. Het oordeel over Belsazar is het oordeel dat de Heer Jezus zal uitvoeren als Hij van de hemel zal komen: ‘In diezelfde nacht werd Belsazar, de koning van de Chaldeeën, gedood’ (Dan.5:30). Vandaag juichen de winnaars van de verkiezingen, over vier jaar of korter, weer andere winnaars. Maar als zij zich niet bekeren tot de levende God, zal hun gejuicht overgaan in weeklagen. ‘Vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God’ (Heb.10:31). Deze geest van de wereld heeft ook zijn intrede gedaan in de christenheid.

…verraders, roekeloos, opgeblazen, meer liefhebbers van genot dan liefhebbers van God. 2Tim.3:4

Want bepaalde mensen zijn binnengeslopen, die van ouds tot dit oordeel tevoren opgeschreven zijn, goddelozen, die de genade van onze God veranderen in losbandigheid en onze enige Meester en Heer Jezus Christus verloochenen. Jud.1:4

…en vooral hen die in onreine begeerte het vlees achterna gaan en de heerschappij verachten. Vermetel, aanmatigend, schromen zij niet de heerlijkheden te lasteren, 2Pet.2:10

Laten wij dan, als behorend tot het volk van God, uit deze wereld getrokken, wandelen ‘niet als onwijzen, maar als wijzen’ (Ef.5:15). Niet zoals Belsazar door de wijn bedwelmd, maar vervuld van de Geest (Ef.5:18) leven tot eer van Christus die staat te komen en iedere regering van mensen omver zal werpen.