Er is vandaag veel belangstelling voor het thema ‘bevrijding van boze geesten’. In sommige kringen teveel, getuige het feit dat men achter bijna ieder probleem van de mens een demonische oorzaak ziet. Er worden ‘bevrijdingsessies’ gehouden om de demonen weg te sturen en de persoon ‘vrij’ te zetten. Ik heb hier een paar jaar onderzoek naar gedaan en ben tot de conclusie gekomen dat er veel niet klopt. In mijn artikel ‘bevrijdingsbediening: een zegen?’ gaat het specifiek hierover. Dit artikel is een uitgebreide studie over de geestelijke strijd. Laten wij wel oppassen niet teveel bezig te zijn met de boze. Het gaat om Jezus Christus in het geloof. Dit artikel is bedoeld om te weten wie onze vijanden zijn, niet om ons bezig te gaan houden met de onzichtbare wereld.

Het is een zeer complexe materie. De mens is erg geïnteresseerd in het bovennatuurlijke, dat blijkt wel uit het feit dat dit artikel het op één na meest gelezen is op deze site. Hieronder vindt u mijn visie op het thema ‘bevrijding’ als het gaat om het leven van christenen. 

De realiteit van de geestelijke wereld, engelen en demonen

De Bijbel vertelt ons veel over de onzichtbare wereld. Onze zichtbare wereld wordt omringt door geestelijke wezens. Veel mensen, zelf christenen, geloven dat helaas niet meer. ‘Dat is iets uit de Middeleeuwen’, zeggen ze. Men is vandaag ver afgedwaald van het besef van geesten, engelen etc. omdat we vandaag de ratio aanbidden, het verstand en de wetenschap. Als iets niet wetenschappelijk kan worden bewezen, dan is het er ook niet. De Bijbel vertelt echter een heel ander verhaal. God is een geest, zegt de Here Jezus in Johannes 4:24, maar ook de engelen en demonen zijn geestelijke wezens (zie onder: demonen). Het is erg belangrijk om te zien dat de Schrift ons veel vertelt over deze wezens, maar ons ook heel veel niet vertelt. Eigenlijk vertelt de Bijbel ons alleen dat wat we echt moeten weten en meer ook niet. Ook geeft de Bijbel ons geen systematische leer over de wereld van de geesten, engelen etc., maar vermeldt ze ons stukjes en beetjes. Daarom is het raadzaam om ervan uit te gaan dat we lang niet alles weten, maar slechts een beetje. We kunnen namelijk ook doorschieten in het tegenovergestelde gevaar: overal demonen en boze geesten zien of er teveel mee bezig te zijn. Niet ieder probleem van een mens is te relateren aan een boze macht buiten hem. Sterker nog, de meeste problemen ontstaan doordat we zelf verkeerde keuzes hebben gemaakt. Christenen moeten een gezond inzicht hebben in de wereld van de boze geesten, niet te ver doorslaan in het ontkennen ervan, maar ook niet doorslaan in het overschatten ervan.

Het is belangrijk onze vijand en zijn strategieën te kennen. Het is jammer dat zoveel gelovigen er niet graag over spreken omdat het ‘eng’ is en ver van hun bed. Paulus zegt echter over de satan in 2Kor2:11 Want zijn gedachten zijn ons niet onbekend. Laten we dus eerst eens kijken naar wat de Bijbel leert over deze figuur, de duivel.

De Satan

De tegenstander van God wordt de ‘satan’ genoemd. Andere namen zijn: Duivel, Beëlzebul (de overste der boze geesten), Morgenster (‘Lucifer’ in King James vertaling, Jes14:12), Zoon des dageraads (ben-sjaachar), overweldiger der volken, (de oude) Slang, Draak.

Uit Op12:7 (‘de draak en zijn engelen’) kunnen we opmaken dat Satan een leger engelen tot zijn beschikking heeft. De Here Jezus noemt hem in Mt12:24 ‘de overste van de boze geesten’, Paulus noemt hem de ‘overste van de macht van de lucht’ in Ef2:2. In 2Ko4:4 noemt hij hem de ‘god van deze eeuw”. Jezus zegt in Mat12:26 dat satan een koninkrijk heeft. Om deze reden is hij in staat om de hele wereld te verleiden (Op12:9), maar meer nog, om de gelovigen aan te vallen. Hoe is deze kwade macht ontstaan?

Over de val van de Satan lezen we in Jes14 en Ez28. We moeten hierbij bedenken dat God steeds een koning aanspreekt (resp. de koning van Babel en van Tyrus), maar omdat koningen vaak incorporaties, of vertegenwoordigers zijn van hun onzichtbare machthebbers (vergelijk de ‘vorst van de Perzen’ uit Dan10:13) spreekt God uiteindelijk tot die geestelijke machthebber, de satan, achter die koningen. Hij wilde zich ‘aan de Allerhoogste gelijkstellen’ en zorgde zo voor zijn eigen val. Hij was ‘een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels’, een engel van de allerhoogste orde. Hij werd neergeworpen op de aarde (Ez28:17, Op12:9) en vanaf dat moment is de aarde zijn terrein. Satan is dus een goede engel geweest, maar vanwege de zonde die in hem werd gevonden, is hij de tegenstander van God geworden. Nadat Christus is opgestaan, werd hij de ‘god van deze eeuw (2Ko4:4)’ of beter vertaald: ‘van deze bedeling’ of ’tijdsperiode’.

Demonen

In Ef6:12 somt Paulus onze tegenstanders op: ‘Wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten’. Alhoewel er vele geestelijke machten zijn, van engelvorsten tot ‘lagere’ demonen, lijkt het erop dat Paulus ze allemaal vat onder de noemer ‘boze geesten’. Deze worden ook wel ‘demonen’ genoemd. De Heer Jezus noemt de demonen ook ‘geesten’ in Lk10:20. In het evangelie van Markus (9:25) wordt de demon uit Mat17:18 een ‘onreine geest’ genoemd. Het is dus duidelijk dat boze geesten en demonen dezelfde benamingen zijn voor deze geestelijke wezens. Zie ook bijv. de passage in Op16:13,14:

En ik zag uit de mond van de draak en uit de mond van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten (komen) als kikkers; want het zijn geesten van demonen die tekenen doen (en) uitgaan naar de koningen van het hele aardrijk…  

We weten niet erg veel over deze ‘onreine geesten’ (ook in Mar1:23) of ‘boze geesten’ (Mat12:28), zoals ze dus ook vaak worden genoemd. Het woord ‘demon’ komt van het Griekse daimoon of van daimonion (onzijdige vorm van daimonios: demonisch, duivels). Zijn het gevallen engelen? Zijn het de geesten van overleden wezens van een pre-Adamitische aarde? Zijn het de nazaten van de vermenging van engelen en mensen uit Gen6? Ik denk zelf het eerste: gevallen engelen dus, alhoewel ik niet kan verklaren waarom ze zo gebonden zijn aan de aarde (Mt12:43) of waarom ze zo graag ‘wonen’ in mensen of dieren (Luc8:32). Dat zou je niet verwachten van engelen, die toch ook eigen, hetzij geestelijke, lichamen hebben (1Kor15:40). 

In Hb1:14 wordt ook van engelen gezegd dat zij ‘dienende geesten’ zijn. Zowel goede als slechte engelen worden in de Bijbel dus ‘geesten’ genoemd als behorend bij de onzichtbare, geestelijke wereld. De Bijbel geeft ons niet veel informatie over de oorsprong van demonen, wel over hun eigenschappen. De volgende (niet compleet) zijn ons geopenbaard (bijvoorbeeld door Luc11:14-28):

*Ze leven zowel in mensen als in de wereld.

*Ze zijn in staat zich naar willekeur te verplaatsen.

*Ze zijn in staat te communiceren. Zowel naar elkaar als tot mensen, via mensen.

*Ze hebben een eigen identiteit. Jezus vraagt hen naar hun naam (Luc8:30).

*Ze kunnen onthouden en plannen maken. ‘Ik zal’ (Luc11:24).

*Ze beoordelen en nemen beslissingen.

*Ze kunnen krachten bundelen.

*De ene is kennelijk slechter dan de andere (Luc11:26), maar allemaal zijn ze door en door verdorven.

*Ze kunnen ziekten veroorzaken (Mat12:22 blindheid, Mk9:32, 33 doofstom), zelfmoordneigingen (Mk9:22), verwondende gewoonten (Mk9:18) en misvormingen (Lk13:11-17).

*Ze kunnen zelfs ‘tekenen’ en wonderen doen (2Tes2:9, Op13:14, 16:14). Deze tekenen en wonderen (let op hetzelfde rijtje in Hd2:22 waar ze werden genoemd om de komst van Jezus bij te staan) zijn nu al in de wereld om de komst voor te bereiden van de antichrist (zie het artikel op deze site).

Satans tactiek is gericht op:

*Ongelovigen. Hij verblindt ze zodat ze ‘het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus’ (2 Kor4:4). Zo gaan mensen verloren.

*Gelovigen, met name diegenen die Jezus willen dienen. Ze worden verhinderd de heerlijkheid van Christus te zien en te vertonen. Bovendien zijn ze verenigd met Christus en zo een toonbeeld van de overwinning op satan en zijn machten. De tactieken die satan op de gelovigen loslaat houden in dat hij komt met een Christus die lijkt op die van de Schriften, maar het niet is. Dit doet hij door middel van mensen die vreemde of afwijkende leringen brengen. Hij verdraait zo het Woord van God een klein beetje, maar net genoeg om gelovigen weg te lokken van hun focus op Christus. Zo beschrijft Paulus het in 2Ko11:1-4. Satan ‘zaait’ leugen door mensen te richten op een andere Jezus dan die van de Bijbel. Hij heeft het dan over de gedachten die worden weggelokt van de eenvoudige toewijding aan Christus.

De algemene leugens

De satan is de ‘vader der leugen’(Joh8:44). Het zijn meer de algemene leugens waarmee hij de hele wereld verleidt. De wereld is al in zijn macht vanwege de geest die werkzaam is in het denken van de mensen (Ef2:1). Satan de uitvinder van het ‘systeem’ van de wereld waarin we leven. Aan de ene kant is daar de liederlijkheid van het heidendom en aan de andere kant de vroomheid van de menselijke religie. De Bijbel noemt dit de ‘wereldgeesten’ in Ko2 en Gl4. Als we zien hoe Eva werd verleid in Gn3, dan zien we dat satan haar verleid door het Woord van God iets te verdraaien. 

In hoeverre heeft satan nu invloed op de gelovige? Kan een gelovige ernstig gebonden raken door toedoen van demonen? Daar zijn de menigen nogal over verdeeld. Ik dacht eerst van wel, maar nu ben ik overtuigd van het tegendeel. Zie het eerder genoemde artikel over bevrijdingsbediening.

De strijd

Paulus roept de gelovigen op om ‘te kunnen standhouden tegen de verleidingen van de duivel’(Ef6:11). Dit betekent dat de strijd een defensieve strijd is, we moeten standhouden. In het kader van de brief aan de Efeziërs betekent dit dat we onze positie als hemelse mensen op aarde moeten vasthouden en het gedrag daardoor bepaald, door niet te luisteren naar andere leringen van mensen die tegen de gezonde leer ingaan. Het betekent ook dat we moeten blijven vasthouden aan Christus en ons door niets anders laten leiden dan door het Woord van God. De duivel weet dat de gelovige die handelt overeenkomstig zijn positie in Christus het meest zijn plannen dwarsboomt. Hij heeft er dus alle baat bij een gelovige hiervan af te brengen. ‘Verleidingen’, van het Griekse woord ‘methodeia’ (ook Ef4:4) duidt op geraffineerde en slinkse trucs van de satan om de gelovige ertoe te brengen bezig te zijn met wat hij/zij in zichzelf is in plaats van in Christus. Zie Ef4:14:

Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer, door het valse spel van mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt. 

Hier zien we duidelijk dat mensen de instrumenten zijn, zodat Paulus moet zeggen in Ef6:12 dat de strijd ten diepste niet tegen dit soort mensen is (‘niet tegen vlees en bloed’). Een gelovige is onaantastbaar in zijn positie in Christus, maar zodra hij luistert naar een ‘ander evangelie (Gl1:6)’ wordt hij misleidt. De overwinning over satan en de wereld is door het geloof (1Jh5:4). Dit houdt in dat men, verlicht door de Heilige Geest, vasthoudt aan het geschreven Woord van God, hoe men zich ook voelt of wat men ook waarneemt.

Wat kan de invloed van demonen zijn op gelovigen?

Onder christenen is er zoals gezegd nog al eens verdeeldheid over de vraag in hoeverre een gelovige door boze machten kan worden gekweld. Sommigen geloven dat de invloed van deze boze machten op een gelovige praktisch onmogelijk is. Anderen, waaronder ik, geloven dat, als een gelovige de poort openzet, hij kan worden aangevallen en misleid tot op een bepaald niveau van gebondenheid. Dit is dan de zonde waarin iemand leeft. Hij is gevangen in de ‘strik van de duivel’ (2Tm2:22-24. Wat ik niet geloof, is dat een gelovige bevrijd moet worden d.m.v. gebed van allerlei demonische banden (tenzij er duidelijke occulte invloeden zijn), maar dat hij zich moet bekeren. Wij zijn verlost uit de macht van de duisternis, zegt Paulus in Ko1:13. Dit is iets wat vandaag niet overal meer gezien wordt, maar een gelovige die werkelijk Christus toebehoort, heeft de opdracht zich te bekeren en zo bevrijd te worden van satans invloed. Er hoeft geen uitgebreid bevrijdingsritueel uitgevoerd te worden. Men is dan bezig buiten de verantwoordelijkheid van de mens om te werken en legt alle verantwoordelijkheid bij de bedienaar. 

Hoe demonen mensen kunnen kwellen

Demonen kunnen enorme invloed op mensen uitoefenen. Al in de middeleeuwen maakte men gebruik van drie Latijnse uitdrukkingen die het woord ‘sessio’ bevatten. Dit woord is afgeleid van het werkwoord ‘sedere’, ‘zetten’, ‘zitten’. De drie uitdrukkingen:

*Circumsessio (circum=’rondom’): insluiting; de machten bevinden zich rond de persoon en benauwen hem; de ‘stad’ is omsingeld, maar is zelf nog vrij van de vijandige machten. (vgl. 2Kor12:7 waarin Paulus door een ‘engel van satan’ wordt gekweld)

*Obsessio: dwang, gebondenheid; de machten zijn de ‘stad’ binnengedrongen, hebben bepaalde gedeelten in bezit genomen, maar het hart van de ‘stad’ is nog vrij.

*Posessio: bezetenheid; de machten hebben de hele ‘stad’  én het hart van de ‘stad’

De Bijbel maakt het onomstotelijk duidelijk dat een mens een nieuwe schepping is zodra deze Jezus Christus aanneemt als Heer en Heiland (Joh1:12, 2Kor5:17, Ef2:6). Hij is overgegaan vanuit de dood in het leven (Ef2:1vv) en is één met Christus (Kol3:3). Dat betekent dat niveau 3, zoals hierboven beschreven, niet op hem van toepassing kan zijn. Het ‘hart van de stad’ is bezet door de Heilige Geest.

Toch is hij niet automatisch beschermd tegen de aanvallen van de boze. Als er zonde is, kan de poort open staan voor indirecte demonische invloed d.m.v de zonde. Paulus roept in het gedeelte over de wapenrusting op om ‘stand te houden’ (Ef6:11 maar niet omdat men dan ‘gebonden’ raakt o.i.d., maar omdat men dan niet meer leeft als nieuwe mensen), Petrus waarschuwt zijn lezers voor de satan, die rondgaat als een briesende leeuw, ‘zoekende wie hij zal verslinden’ (1Pt5:8, hoewel in dat verband het gaat over vervolging). Een vers verder wordt opgeroepen om hem te ‘weerstaan’. Ik zal een aantal Bijbelplaatsen nagaan om te laten zien dat gelovigen onder invloed kunnen staan van de satan. Hij heeft dan invloed in hun leven d.m.v. de zonde gekregen. Deze plaatsen worden vaak aangehaald door zij die beweren dat gelovigen gebonden kunnen zijn door een (of meerdere) boze geest (en)

Bijbelse voorbeelden van gebondenheden

Lukas 13:10-18. Dit voorval is van voor het kruis en dat maakt het lastig. Een vrouw die ‘een geest van ziekte’ (of: zwakheid vs11) had. De Heer noemt haar een ‘dochter van Abraham’ wat misschien wijst op het feit dat ze een gelovige is. We moeten er nogmaals wel rekening mee houden dat dit een mens betrof voor de opstanding van Jezus. De vraag is of een wedergeboren mens die de Heilige Geest heeft ontvangen dit kan overkomen. De Heer noemt verder expliciet de ziekte een gebondenheid van satan (vs16). Het lastige is dat het taalgebruik van Jezus duidt op demonische gebondenheid, maar dat dit soort taalgebruik ook kan worden gezien als een manier van spreken zonder de kern van de zaak letterlijk te bedoelen. Al met al dus een lastig voorbeeld om definitieve conclusies aan te verbinden.

Handelingen 5:1-11. De geschiedenis van Ananias en Saffira. Petrus zegt tegen Ananias: Ananias, waarom heeft de satan uw hart vervuld om de Heilige Geest te bedriegen…Er wordt vaak beweerd dat deze ‘dus’ geen gelovige kon zijn, maar het feit dat er grote vrees kwam over de gehele gemeente, nadat Ananias en zijn vrouw de dood stierven als oordeel (vs11), laat zien dat dit niet zo kon zijn. Bovendien durfde niemand zich zomaar bij de gemeente te voegen (vs13). Wat dit vervullen van het hart door satan concreet inhield is nog niet zo makkelijk. Als een mens liegt, doet hij als satan, die de vader van de leugen is. Dit voorbeeld maakt dan ook niet duidelijk dat er een boze macht IN Ananias was, maar dat hij zich had laten inspireren door de duivel in het algemeen, zoals iedereen dat doet die bewust zondigt. Of het mogelijk is dat een ware gelovige die ernstig zondigt door God wordt overgegeven aan demomen, is moeilijk te zeggen trouwens. Ik denk dat God alle middelen kan gebruiken om Zijn kinderen weer terug te halen.

2 Korintiërs11:1-4. Dit is een erg duidelijke plaats waar Paulus spreekt over de misleiding van de duivel. Hij zegt dan in vers 4 Want indien de eerst de beste een andere Jezus predikt, die wij niet hebben gepredikt of gij een andere geest ontvangt, die gij niet hebt ontvangen…Het was dus mogelijk een andere geest te ontvangen! De moeilijkheid is weer wat Paulus nu precies bedoelt. Het lijkt mij dat de Korintiërs hun oren naar een ander evangelie hadden laten hangen en dus werden afgetrokken van de focus op Christus. 

Efeziërs 4:26,27. Dit is een hele belangrijke Schriftplaats in dit verband. Paulus schrijft: Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet. Dit woordje ‘voet’ wordt in de Telos vertaling vertaald met ‘plaats’. Op het moment dat er wrok, bitterheid ontstaat in de gemeente, geeft men de duivel een rechtmatige plaats! Dit geldt ook in het persoonlijke leven. Dit betekent niet dat er gelijk demonische gebondenheid is trouwens. Het gaat hier weer om het een plaats geven aan de tegenstander door niet te blijven bij wat de Geest van God wil.

Jakobus 3:14-16. In dit gedeelte geeft Jakobus aan, dat wanneer er jaloezie en zelfzucht gevonden wordt in de harten van gelovigen, de oorsprong ervan ‘demonisch’ (vs15) is. Zie wat ik hierboven over dit soort uitdrukkingen heb gezegd.

1 Timoteüs 4:1-3. Paulus schrijft hier dat: Sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen. Mijns inziens moeten we hier niet te snel denken aan ongelovigen binnen de kerkmuren, maar aan mensen die afvallen van het geloof, d.w.z. afvallen van een vruchtbaar leven met God. Het volgen van leringen van boze geesten wil nog niet zeggen dat je er ook door bezet raakt. Je bent indirect gebonden doordat je leringen van mensen (die zijn geïnspireerd door boze machten) gelooft en zo af wordt getrokken van de Christus van de Bijbel.

Ik wil dus wel toevoegen dat bovenstaande teksten niet per definitie spreken over demonische beïnvloeding in de zin van dat er demonen in de gelovigen huizen. De Bijbel ziet het zo dat zodra een mens in zonde leeft, hij de duivel een plek in zijn leven geeft. Dit betekent niet gelijk dat zo iemand bezeten is of gebonden. Een christen is per definitie niet meer onder de macht van de duisternis volgens Ko1:13. Een mens kan dat uiteindelijk wel worden als hij de deur voor de duivel openzet. Zo zien we bij verslaafden dat er vaak sprake is van een geestelijke component. De persoon moet bevrijd worden van de band vanuit de geestelijke wereld (als er nog geen bekering is geweest van bepaalde zonden) door zelf bewust een keuze maken om te stoppen. 

Hoe kunnen demonen invloed hebben op een gelovige?

De eerste belangrijke ingang is: de leugen. De tweede is: de zonde. Eigenlijk kun je beiden onder de noemer ‘zonde’ samenvatten, maar ik maak toch onderscheid. De leugens van de tegenstander betreffen de denkwereld van de gelovige, terwijl de zonde de daden betreffen van de gelovige (of van een ander ten opzichte van die gelovige, maar daarover later). Denken volgt op gedrag, dus roept de Bijbel ons op ons denken te vernieuwen (Rm12:2) door eerst ons lichaam te stellen tot een levend offer aan God. Dat is bekering, waarna wij geestelijk gaan groeien en zo ons denken vernieuwen. Onder ‘zonde’ wil ik nog onderscheid maken tussen ‘zonden’, als datgene waar je zelf voor gekozen hebt, en ‘wonden’ als datgene wat anderen je hebben aangedaan. Meestal is het denken van gebondenen besmet door één of meerder zonden of wonden die daarvoor hebben plaatsgehad. Toch blijven wij verantwoordelijk in hoe wij omgaan met situaties. De huidige bevrijdingsbediening stelt dat demonen de oorzaak zijn van bepaalde zonden (‘demon van woede’, ‘demon van nicotine’ etc.) waar de Bijbel dat niet doet. Een mens moet zich bekeren en zal vervolgens bevrijd worden. Dit leert de Bijbel in Hd26:18 en 2Tm2:24-26

Op het moment dat een gelovige onder de invloed komt van demonen, spreken we over gebondenheid. Er zijn hierin drie verschillende ‘niveaus’.

De gelovige leidt aan de buitenkant een redelijk normaal christelijk leven, maar worstelt aan de binnenkant met zondige gedachten: begeerte, haat, seksuele fantasieën etc. Gevolg is zelfveroordeling en de vijand heeft op hen groot voordeel behaald. Er is vrijwel geen godsdienstig leven. Neil Anderson schat dat ongeveer 65 procent van alle christenen op dit niveau zitten. Ik vind dat een on-Bijbelse gedachte. De oorzaak is zonde. Men is weliswaar niet vrij, maar ook niet bezeten of zoiets. Het denken of het leven van de ziel, het verstand, is niet onder de heerschappij van de Heilige Gees maar van het vlees, het boze hart van de mens.

De gelovige onderscheidt zijn eigen gedachten van vreemde, ‘boze’ stemmen. Ze zijn wanhopig bang dat ze zullen instorten en durven er met niemand over te praten. Anderson schat dat 15 procent van de gelovigen zich op dit niveau bevindt. Is dit het geval en er is geen sprake van een psychisch probleem, dan kan men, door bewust Christus te vragen het leven van de hulpvrager te beheersen, vrij komen.

De gelovige heeft de controle over zijn gedachteleven verloren. Ze horen stemmen die hen opdragen wat ze moeten doen. Anderson denkt dat 5 procent op dit niveau zit. Ik vraag mij af of we dan nog over gelovigen in Christus kunnen spreken in wie de Heilige Geest woont.

De leugen

Een gelovige is vrij in Christus. Maar hij zal deze vrijheid niet ervaren als de satan hem/haar kan laten geloven dat hij/zij niet vrij is. Deze leugens kunnen enorme ‘bolwerken’ zijn in de gedachtewereld (of eigenlijk: het hart) van de gelovige. De gelovige moet leren de leugen af te leggen en de waarheid ervoor in de plaats te zetten.

*Gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken (Jh8:32).

*Ik bidt niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze…Heilig hen in de waarheid; uw woord is de waarheid (Jh17:15,17).

*Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid (Ef6:14).

*Voorts, broeders, al wat waar is…bedenkt dat (Fil4:8)

De leugens van satan hebben meestal betrekking op het zelfbeeld van de gelovige; ik ben niets waard, ik kan geen christen worden etc. Om satan te weerstaan, moet elke gelovige begrijpen wie hij/zij in Christus is en gebruik maken van deze autoriteit. We zijn verlost uit de macht van de boze (Ko1:13)! Het is van levensbelang ons te vullen met de waarheid van het Woord van God!

De poort van de zonde

Het is wordt vaak gezegd dat zonde vaak een ‘rechtmatige’ uitnodiging is voor boze geesten om in iemands leven te komen. De vraag is of het Nieuwe Testament dit ook zo leert. Dan is mijn conclusie: nee. Zonde komt vort uit het boze hart van de mens. Hij gaat daarin lijken op satan, maar het is nog maar de vraag of men dan gelijk ‘recht’ geeft aan demomen om binnen te komen. Ik ken in elk geval geen Bijbelplaatsen waar hiervoor wordt gewaarschuwd. De volgende categorieën kunnen wel grote blokkades vormen voor het geestelijke leven, waarvan men zich zal moeten bekeren! 

Onbeleden zonden

Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming. Spreuken 28:13

Geliefden, als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid tegenover God. 1 Joh. 3:21

Zie ook Ez18:21-23

Afdwalingen – wie bemerkt ze? Spreek van de verborgene mij vrij. Ps. 19:13 

Zondige bindingen

Vele malen beleden zonden, maar toch steeds weer in terugvallen. Je bent dan in de macht van die zonden en daaruit moet je worden bevrijd. Verslaving is een duidelijk voorbeeld. 

Laat dan de zonde niet regeren in uw sterfelijk lichaam om aan zijn begeerten te gehoorzamen. En stelt uw leden niet voor de zonde tot werktuigen van de ongerechtigheid, maar stelt uzelf voor God als uit de doden levend geworden, en uw leden voor God tot werktuigen van de gerechtigheid. Want de zonde zal over u niet heersen. Rom. 6:12-14

Als u door de Geest de werkingen van het lichaam doodt, zult u leven. Rom. 8:13 

Hier wordt met geen woord gesproken over boze geesten, maar over verantwoordelijkheid van de mens.

Verkeerde contacten

Verkeerde omgang bederft goede zeden. 1 Kor. 15:33

Haat zelfs het kleed dat door het vlees bevlekt is Jd. 23

Overspeligen, weet u niet dat de vriendschap jegens de wereld vijandschap is jegens God? Jak. 4:4

In 1 Joh. 2:15-17 staan de kenmerken van deze wereld opgesomd waarin je je, als je een vriend van de wereld wordt, makkelijk laat meeslepen. 

Vleselijke leefwijze

Zonde is niet per se heel slechte dingen doen, maar ‘zomaar’ wat doen, dat wat er in je eigen hart opkomt en niet uit God is.

Galaten 5:19vv

a)    Hoererij, onreinheid, losbandigheid: Waar kijken we naar?

b)    Afgodendienst, toverij: belang in occulte zaken? Horoscopen etc. Let op: deze dingen worden werken van het vlees genoemd! 

c)    Vijandschappen, twist, jaloersheid, toorn…afgunst, moorden: Leven we in onmin met bepaalde personen?

d)    Partijzucht, tweedracht, sekten: vinden we het gewoon in de gemeente als er tweedracht is en sluiten we ons niet makkelijk bij een kant aan?

e)    Dronkenschappen, zwelgpartijen: Drinken, taalgebruik? 

De volgende categorieën betreffen zonden die door een ander je zijn aangedaan, de ‘wonden’. Het is erg belangrijk om te zien dat men niet daarvoor wordt gestraft, maar dat men er wel de gevolgen van kan dragen! Denk hierbij aan het merkwaardige geval van de bezeten knaap in Marcus 9. Deze had ‘een stomme geest’(vs17), ‘een onreine geest’ (vs25) of een ‘stomme en dove geest’ (vs25). De Heer vraagt aan de vader van de jongen: Hoelang is het al, dat hem dit overkomt? Het antwoord van de vader is: van zijn kindsbeen af. (vs21,22). De jongen had van zijn jongste jaren af een inwonende, boze geest. De oorzaak weten we niet, maar het is duidelijk dat dit door toedoen van anderen moet zijn gekomen.

Wrok, bitterheid

Een wortel van bitterheid (Hebr. 12:15) door ernstig kwaad, door anderen aangedaan.

Wordt toornig, en zondigt niet; laat de zon over uw toorn niet ondergaan. Ef4:26 en geeft de duivel geen voet..vs27(!)

Er ontstond een verbittering, zodat zij van elkaar scheidden. Hd15:39 

Vloek

Negatieve voorzeggingen, vaak uitgesproken door personen in een gezagsrelatie. Ik wil hierbij wel benadrukken dat een geestelijke vloek alleen werkt als er een geestelijke autoriteit (God of de duivel) achterzit (zie het artikel ‘Hebben onze woorden kracht?’). Niet iedere uitgesproken vloek veroorzaakt een geestelijke binding, hoogstens een psychologische blokkade.

Met de mond stort de goddeloze zijn naaste in het verderf. Sp11:9a

Er zijn er, wier gepraat werkt als dolksteken, maar de tong der wijze brengt genezing aan. Sp12:18

Zachtheid van tong is een boom des levens, maar valsheid in haar is een verderf in de geest. Sp15:4

Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten. Sp18:21

Uit dezelfde mond komt zegen en vloek voort. JK3:10

Zegenen is het goede van God over iemand uitspreken, vervloeken is het kwade van God (tuchtiging, vergelding) dan wel het kwade van Satan (verderf, dood, geweld) over iemand uitspreken. Niet toewensen, maar door te spreken actief over iemand brengen. De vraag is of bovenstaande teksten ruimte bieden voor een uitleg dat er demonische belasting kan plaatsvinden na een uitgesproken vloek. Ik ben er zelf voorzichtig in. De teksten uit Spreuken spreken over de wetmatigheid van het leven. Boze woorden kwetsen, goede woorden bouwen op. 

Sommige mensen geloven dat er demonische gebondenheid kan ontstaan vanuit het voorgeslacht. Als iemand uit mijn voorgeslacht gezondigd heeft, dan kan ik daardoor belast zijn. 

Ik kan vanuit de Bijbel geen enkele grond vinden voor deze bewering. Men haalt vaak Exodus 20:5 en 6 aan. Daar gaat het niet om demonische overerving, maar over  het straffen van God van de zonden van mensen die Hem haten tot in het derde en het vierde geslacht. Ik geloof eerder dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn eigen leven. Dit is meer overeenkomstig de Schrift. Ik zeg het voorzichtig, want er zijn ook verborgen dingen als het gaat om geestelijke wetten die wij niet begrijpen kunnen. Ik sluit niet uit dat occulte banden door geslachten heenlopen. Mensen die bijv. Vrijmetselaars in het voorgeslacht hebben, ervaren vaak een grotere moeilijkheid om tot vrijheid in Christus te komen. In dit soort gevallen blijkt uit de praktijk dat er een zwaardere strijd is voordat een ziel tot volledige bevrijding komt.

Demonische beïnvloeding

De duivel krijgt, zoals gezegd, alleen maar ’toegang’ tot ons leven via het poortje van de zonde. Dat kan onze eigen zonde zijn, maar ook die van ouders, opvoeders etc die ons bewust of onbewust aan boze, occulte invloeden hebben blootgesteld. Door bekering en wedergeboorte wordt men een nieuwe schepping en zal men gaan leven naar de geboden van de Heer. Soms is er meer gebed hiervoor nodig dan anders. 

De weg naar de vrijheid

Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, de voeten geschoeide met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes, neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, waarmede gij al de brandende pijlen van de boze zult kunnen doven; en neemt de helm des heils aan en het zwaard des Geestes, dat is het woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest…Efeziërs 6:14-18 

Onderwerpt u dan aan God. Weerstaat echter de duivel en hij zal van u vlieden. JK4:7, zie ook 1PT5:8vv (weerstaat) en Ef6:12vv (weerstand)

Bovenstaande Schriftplaatsen laten allereerst zien hoe een gelovige dient stand te houden. De wapenrusting is ter voorkoming van een nederlaag. Het is belangrijk dit te zien. Men kan pas standhouden als men iets heeft bereikt. 

1.    Omgord met de waarheid, het schild des geloofs. Vertrouw op Christus. Hij is de waarheid waarmee een mens bekleed moet zijn. Maar doe de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees.Rm13:14 Stel de waarheid van God tegenover de leugen! Spreek deze waarheid uit: Het zwaard van de Geest, de woorden (Grieks: réma) van God.

2.    Bekleed met het pantser der gerechtigheid. Belijd je zonden. Belijdenis van zonden herstelt de gemeenschap met God. Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid (1Jh1:9). Belijdt daarom elkaar uw zonden en bidt voor elkaar, opdat gij genezing ontvangt Jk5:16.

Dit geldt ook als men onbewust gezondigd heeft of onbewust met besmettelijke zaken in contact is gekomen. Als iemand iets onreins aanraakt, (…) zonder er zich van bewust te zijn, dan is hij onrein en schuldig. (…) Wanneer hij nu aan een van deze dingen schuldig is, dan zal hij belijden waarin hij gezondigd heeft Lv5:2,5.

3.    De weg van de vrede. Verbreek elke binding. We lezen dat in Handelingen 19:19 toverboeken werden verbrand. Wie zijn overtredingen…belijdt en nalaat, die vindt ontferming Sp28:13.

Neil Anderson raadt mensen aan dit soort gebeden te bidden:

In de naam van de Here Jezus Christus spreek ik mijzelf vrij van ieder contact met alles wat occult of demonisch is, en alles wat onder een vloek staat. Als ik nog demonisch belaste voorwerpen heb, neem ik op mij deze te vernietigen. Ik verbreek iedere aanspraak die satan en zijn demonen op mij zouden kunnen hebben of beweren te hebben. In geloof ontvang ik mijn bevrijding en dank ik U daarvoor.

De vraag is of dit soort gebeden Bijbels zijn. Ik meen van niet. Wij hoeven niets te ‘verbreken’, maar we moeten ons omkeren naar God toe en alles wat met het occulte te maken heeft, wegdoen. De Bijbel kent ‘verbreken’ of ‘binden van demonen’ eenvoudigweg niet. 

4.    Ruim wrok en bitterheid op door het te belijden. Vergeef een ieder die ons heeft benadeeld of schade heeft toegebracht. Vergeving is geen daad van emotie, maar van de wil. Het zet de meest gevangen persoon vrij: uzelf! Het is ook erg belangrijk om zichzelf te vergeven.

5.    De helm van het heil. Aanvaard Gods vergeving, bevrijding en dank er voor.

6.    Aanhouden bidden en smeken. Vul je leven met de dingen van God. In Mat12:44 lezen we dat een leegstaand huis kan worden bezeten door meer demonen, alhoewel het ‘geveegd en op orde’ was. In joh5:14 zegt de Here Jezus tegen de genezene: Zondig niet meer, opdat u niet iets ergers overkome. Hiermee implicerend dat zonde de oorzaak van zijn ziekte was en een opnieuw vallen in zonde de situatie zou verergeren.  

Strijden in de gebeden

Het Woord van God maakt overduidelijk dat de strijd gevoerd wordt in de geestelijke wereld. Het gebed is hierbij een onmisbaar wapen. Door sommigen wel genoemd ‘het enige aanvalswapen.’ Ef6:18 zegt: En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest. In de Telosvertaling: terwijl u te allen tijde bidt… In het boek Daniël zien we een aantal treffende voorbeelden van het strijden in de gebeden. In Dn9:20vv, maar vooral toch in Dn10. In vers 2 lezen we dat hij drie volle weken in gebed was, daarbij ‘rouw bedrijvende’ en vasten. De engel die vervolgens na die drie weken aan Daniël verschijnt meldt hem dat hij in een oorlog was verwikkeld. ..ik ben gekomen op uw woorden. Maar de vorst van het koninkrijk der Perzen stond eenentwintig dagen tegenover mij; doch zie, Michaël, een der voornaamste vorsten, kwam mij te hulp, zodat ik daar, bij de koningen der Perzen, de overhand behield (Dn10:12,13). Alleen wie aanhoudt in het gebed, zal antwoord vinden. God wil gebeden zijn en Hij maakt zijn beloften waar op zijn tijd.  Echt bidden in de Geest (bidden met een geestelijke instelling; dat Gods werk voortgang vindt en niet onze eigen belangen) heeft een uitwerking in de hemelse gewesten en op de geestelijke strijd die daar plaatsvindt tussen de goede en de kwade machten!  

De vrijheid vasthouden

Vrijheid behouden is essentieel. De volgende punten helpen daarbij:

1. Zoek christelijk gezelschap.

2. Leef in het Woord van God

3. Verwerp de leugens in uw gedachten, blijf kiezen voor de waarheid.

4. Zoek één persoon aan wie u al uw noden en strijd vertelt en laat ervoor bidden.

5. Wijd u dagelijks toe aan gebed en lofprijzing. 

Tot slot: Christus is altijd het antwoord! In Hem zijn de machten ontwapend en openlijk tentoongesteld (Kol2:15), in Hem bent u een nieuwe schepping, Hij heeft alle macht in hemel en op de aarde, Hij werkt in u, Hij woont in u, Hij is het antwoord van God op alle problemen van de zonde en de dood. 

Want hoeveel beloften van God er ook zijn, in Hem is het ja; daarom is ook door Hem het amen, tot heerlijkheid van God door ons.      2 Kor1:20