In het artikel ‘het koninkrijk van God’ heb ik betoogd dat het koninkrijk van God vandaag de dag in een verborgen vorm de wereld is binnengetreden. Iedereen die zich vrijwillig stelt onder het gezag van Jezus Christus (die nu aan de rechterhand van God alle macht heeft ontvangen) bevindt zich in de geestelijke sfeer van dat koninkrijk. Dit omvat alle mensen die zich naar de naam van Jezus noemen; christenen. Maar: er zijn ware leerlingen en valse leerlingen binnen het koninkrijk.
Ieder evangelie belicht weer een ander aspect van het koninkrijk van God.
1. Mattheüs belicht het koninkrijk zoals dat in het OT beloofd was. Het laat zien dat het nu nog niet in macht en majesteit bestaat, maar in de discipelen, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen.
Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. 28:19-20
2. Lucas laat het koninkrijk vooral zien in zijn morele aspecten. Het koninkrijk valt samen met de Koning; zoals Hij is, zo is het koninkrijk.
ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie, het Koninkrijk Gods is bij u. 17:21
3. Johannes beschrijft het koninkrijk vooral in zijn geestelijke en buitenwereldse aspecten.
Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden overgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier. 18:36
Laat ik me eens richten op het onderwerp van Marcus. Hij beschrijft het koninkrijk van God in zijn geestelijke realiteit tegenover de geestelijke realiteit van het koninkrijk van de duisternis. Jezus verkondigt het evangelie in hoofdstuk 1:15
[en Hij zeide]: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie.
Wie zijn zonden belijdt, zich verootmoedigt voor God en Jezus in geloof aanneemt als de Messias, krijgt deel aan dat koninkrijk. De tijd is vervuld, het koninkrijk komt, niet meteen zoals men het zou verwachten, maar in een geestelijke realiteit. Vanaf vers 21 lezen we een zeer bijzondere geschiedenis. Jezus komt in de synagoge en wordt daar geconfronteerd met een man die is bezet door meerdere demonen. Zij erkennen ronduit dat Hij de heilige Gods is. De allereersten die werkelijk zien wie Jezus is, zijn geen mensen, maar demonen!
Jezus bevrijdt de man en stuurt de demonen weg. In een godsdienstige omgeving leefden demonen in een godsdienstig persoon die zich pas openbaren als ze worden geconfronteerd met een kracht die veel groter is dan zij. Dit is het kenmerk van Marcus: Het koninkrijk Gods dat in conflict komt met het koninkrijk van de duisternis.
Even verderop geneest Jezus de schoonmoeder van Petrus (1:30-31) en geneest en bevrijdt velen (1:32-34). Hij is gekomen om de werken van de satan te verbreken (Hd10:38; 1Jh3:18). Hij brengt herstel op al die plaatsen waar de satan verwarring en vernieling gebracht heeft. Ziekte is wat anders dan bezetenheid, hoewel de symptomen hetzelfde kunnen lijken. (Mensen die ziek zijn, hebben genezing nodig. Mensen die bezeten of gebonden zijn, hebben bevrijding nodig.) In Mattheüs en Lucas staat het koninkrijk van God tegenover de godloze leiders van Israël, in Johannes staat het tegenover de wereld, in Marcus staat het koninkrijk van God tegenover het rijk van de demonen.
De strijd
Jezus heeft 30 jaar gewacht op de zalving met de heilige Geest (net zoals de discipelen in Hd1 moeten wachten op de kracht uit de hemel. Als Hij dan uiteindelijk wordt bekrachtigd met de heilige Geest gaat Hij onmiddellijk de woestijn in om het conflict aan te gaan met satan (Mc1:12-13). Dit is een zeer belangrijk principe van het koninkrijk Gods: Er is geen navolging van Jezus, en ook geen bediening van levensveranderingen, genezingen en bevrijdingen, zonder de confrontatie met de macht van satan. Als Jezus uit de woestijn komt, na de verzoekingen in de woestijn staat er in Lc4:14
En Jezus keerde in de kracht des Geestes terug naar Galilea. En de roep over Hem ging uit door de gehele streek.
Hij was krachtiger dan ooit tevoren door de kracht van de heilige Geest. Hij is sterker uit de verzoekingen gekomen. Hij legt uit in Mc3:27 dat je eerst de heer des huizes op de stoel moet vastbinden voor je zijn huisraad wil roven. Jezus ‘roofde’ zijn huisraad, door mensen uit zijn machtsgebied te bevrijden, maar eerst had hij de heer des huizes gebonden door hem te weerstaan in de woestijn. We zien ditzelfde principe ook in het boek Handelingen. Zodra de kracht van de Geest wordt uitgestort komt de vijand in actie. In Hd4 worden Petrus en Johannes verboden nog te spreken over de naam van Jezus (4:18). In 5:17,18 worden de apostelen opgesloten en in 5:40 gegeseld. De kracht van de Geest neemt echter juist meer toe (4:31; 5:14-16, 42). In hoofdstuk 7 van het boek Handelingen volgt de moord op Stefanus en in hoofdstuk 8 zien we de kracht van de Geest nog meer vorm krijgen (8:7).
Jezus’ koninkrijk is een geestelijke realiteit waar de drie L’s (Liefde. Leven en Licht) staan tegenover de drie D’s (Dood, Duivel en Duisternis) van het koninkrijk van satan. Jezus trad geheel vrijwillige het rijk van de dood binnen en stond weer op uit eigen kracht. Hij heeft zo de duivel onttroond (Hb2:14). Dit geloven wij doordat we zijn verlicht door de heilige Geest. Wij zijn doordat we zijn gevuld met de Geest en doordat wij zijn bevrijd uit de macht van de zonde, in staat het werk van Jezus voort te zetten.
En Hij stelde er twaalf aan, opdat zij met Hem zouden zijn en opdat Hij hen zou uitzenden om te prediken, en om macht te hebben boze geesten uit te drijven. Mc3:14
*Ben je bereid de strijd in te gaan?
*Wil je gezalfd zijn met de kracht van de Heilige Geest?
*Heeft het koninkrijk van de duisternis nog greep op je?
*Ken je jouw roeping in het koninkrijk van God?