Eén van de taken van een leraar in Bijbelse zin is dat hij dwalingen en valse leringen herkent en bestrijdt. Dit is niet de meest mooie kant van het leraar zijn, maar wel de meest noodzakelijke. Vandaag zijn er talloze dwalingen en leringen van mensen die onze kerken en gemeenten binnenkomen en beïnvloeden. Een aantal daarvan bespreek ik op deze site.

Een leer die vandaag weer in opkomst is, is dat Jezus alle zonden van alle mensen heeft gedragen aan het kruis, zodat God met alle mensen is verzoend. Onze boodschap is dus niet meer: ‘Bekeer je, want je bent een zondaar’, maar: ‘Open je ogen, want je bent al bevrijd van je zonden’. Bekering wordt dan een verandering van denken in plaats van een breken met zonden. Het is ook niet ‘fijn’ om mensen te vertellen dat ze een zondaar zijn en dat zij zich moeten bekeren, want er is al genoeg veroordeling in de wereld. Mensen gaan alleen nog maar verloren om de zonde van het niet aannemen van Jezus. Dit komt niet omdat ze dit niet willen, maar omdat ze gevangen zijn in hun denken door de duivel. We noemen dit de leer van de algemene verzoening. Wat wij dus vandaag moeten doen is vrijlating verkondigen. Dit wordt dan ook nog ‘het evangelie van het koninkrijk’ genoemd, als zijnde het evangelie. Elders op deze site kunt u lezen wat de Bijbel bedoelt met het evangelie van het koninkrijk (‘Het koninkrijk van God’ en ‘Paulus’ evangelie: hier draait het om’). In Handelingen wordt het koninkrijk verkondigt, maar er staat nooit dat het evangelie van het koninkrijk wordt verkondigd. Logisch ook, het was immers uitgesteld.

Een leer die niet naar de Schrift is leidt altijd af van de gehoorzaamheid van Christus of het bagatelliseert het probleem van de zonde. Of de Here Jezus komt in de schaduw te staan of de mens komt beter uit de verf dan de Schrift leert. Dit laatste is duidelijk het geval met deze leer. Het is bedroevend om te zien hoe eenzijdig er met Bijbelteksten wordt omgesprongen. Het gevolg is dat mensen niet meer worden geleerd hoe verderfelijk het vlees, of de oude natuur is. Een dwaling heeft ook altijd een heleboel Bijbelteksten die de leer lijken te ondersteunen. Ik kan onmogelijk op allemaal ingaan, maar ik zal er een paar noemen:

*Joh1:29. Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Hier kan ik kort over zijn: dit is toekomst. De zonde (enkelvoud) als macht zal ooit uit de kosmos verwijderd worden. Trouwens, ongeloof is ook een zonde.

*2Kor5:15. Dit hoofdstuk handelt over de verzoening. In dit vers staat: daar wij tot het inzicht gekomen zijn, dat één voor allen gestorven is. Dus zijn zij allen gestorven. En voor allen is Hij gestorven, opdat zij, die leven, niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem, die voor hen gestorven is en opgewekt. Deze tekst leert dat alle mensen dood zijn voor God, maar dat zij die leven dit doen omdat zij een Verlosser hebben die voor hen is gestorven in de zin van verzoenend. Jezus is voor iedereen gestorven, maar dat wil niet zeggen dat Hij iedere zonde heeft uitgeboet.

*2Kor5:19. Deze luidt in de NBV als volgt: Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. Deze tekst zegt dat God de wereld met Zich heeft verzoend en dat Hij de wereld haar overtredingen niet heeft aangerekend. Als dit vers goed vertaald was, dan zou hier een krachtige ondersteuning te vinden zijn voor de leer dat Jezus de zonden van alle mensen heeft uitgeboet. Dit vers is echter totaal niet goed vertaald, wat iedere nuchtere lezer ook zelf kan concluderen.

Immers, waarom zou Paulus dan even verderop, in vers 20 de mensen oproepen: ‘Laat u met God verzoenen’, als dit al een feit zou zijn? Nee, dit 19e vers moet als volgt worden vertaald: …namelijk, dat God in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend was, terwijl Hij hun overtredingen hun niet toerekende en in ons het woord van de verzoening legde. Toen de Here Jezus stierf aan het kruis was dat een verzoenende handeling van God naar de wereld toe. Als de mensen dit niet aannemen zullen zij worden geoordeeld naar hun werken en in hun zonden sterven:

Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik het ben, zult gij in in uw zonden sterven. Jh8:24

En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken. Op20:12

Deze laatste tekst alleen al is voldoende bewijs dat er mensen verloren gaan, niet alleen om hun ongeloof, maar om hun werken. Bovendien zegt Jezus heel duidelijk in Hd26:18 dat mensen zich moeten bekeren opdat ze vergeving van zonden ontvangen zullen, niet omdat ze dit al hebben, zie ook 3:19. Kortom, de Bijbel leert zonder enige twijfel, dat een mens zich eerst moet bekeren, en dat deze dan vervolgens vergeving van zonden zal ontvangen. Zo zij u dan bekend mannenbroeders, dat door Hem u vergeving van zonden verkondigd wordt (Hd13:38). In Hd26:20 krijgt Paulus de opdracht dat hij moet verkondigen dat men berouw moet hebben en zich tot God bekeren moet. Voor een verdere uitwerking over de Bijbelse leer van de verzoening verwijs ik naar het artikel ‘Verzoening met God’ op deze site.

*Heb1:3: ...nadat Hij <door Zichzelf> de reiniging van de zonden tot stand heeft gebracht…Hier leest men graag dat Jezus alle zonden heeft ‘gereinigd’. Nu staat er in Hb9:28 dat Hij de zonden van velen heeft gedragen (niet van ‘allen’). In 10:26 staat dat die mensen die ‘moedwillig’ zondigen (dat is in het verband Jezus de rug toekeren nadat men eerst uiterlijk voor Hem heeft gekozen) het volgende staat te wachten: er blijft geen slachtoffer voor de zonden meer over. Dit houdt in dat zij dus zullen sterven in hun zonden (meervoud). 

*1Jh2:2. Deze tekst luidt in de NBG vertaling: en Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld. Hier kan ik kort over zijn: de verzoening is ook voor de hele wereld, in die zin dat iedereen kan komen om verzoend te worden.

*1Jh1:9: Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. Dit vers wordt door hen die de leer van de algemene verzoening aanhangen volledig uit zijn verband gerukt. Als dit vers namelijk betekent wat het gewoon zegt, namelijk dat gelovigen nog zonden moeten belijden, dan ondermijnt dat de visie dat we helemaal vrij zijn van zonden. ‘We moeten niet meer met onze zonden bezig zijn, want die zijn allemaal vergeven’ wordt er geleerd aan mensen. Men maakt er van dat dit vers gaat over hen die de gnostiek aanhangen. Zij moesten zich bekeren. Johannes zegt dan wel ‘wij’, maar dat bedoelt ie niet. Hier zien we een typisch voorbeeld van een tekstgedeelte naar je eigen straatje ombuigen. Het hele eerste gedeelte van 1Joh1 is in de ‘wij’ vorm, omdat het gewoon over gelovigen gaat:

Dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben…1Jh1:5

Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij wandelen in de duisternis, dan liegen wij en doen de waarheid niet. 1Jh1:6

Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. 1Jh1:7

Als wij zeggen dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is niet in ons. 1Jh1:8

Je moet wel blind zijn om niet te zien dat Johannes het hier heeft over de gelovigen, inclusief zichzelf. Daarbij komt dat ‘de gezonde leer’ waar Paulus het steeds over heeft in zijn pastorale brieven aan Titus en Timoteüs, inhoudt dat een mens moet leren zijn oude mens in de dood te houden en te leven naar de nieuwe. Er is verschil van inzicht in de vraag of onze oude mens nu wel of niet definitief dood is. De vertalingen van zowel Ef4:22-24 en Ko3:9 kunnen daarin verschillen (Telos heeft de voltooid verleden tijd, maar Herziene Statenvertaling heeft tegenwoordige tijd). Ik denk zelf dat de oude mens gestorven is, maar dat de zondige natuur nog steeds springlevend is.

1Pt2:24 zegt dat Jezus ‘onze zonden in zijn lichaam heeft gedragen’. Hb9:28 zegt dat Hij de zonden van velen (niet allen) heeft gedragen. Het is een dwaling om mensen te leren dat Jezus alle zonden van alle mensen heeft uitgeboet. Dit is een schadelijke leer, omdat het ons niet doordringt van de ernst van de zonde. De Bijbel leert dit nergens. Als Paulus schrijft ‘Wij hebben de verlossing’, ‘wij hebben de vergeving’ etc. dan is dat altijd tot gelovigen. Hij zegt nergens dat dit voor alle mensen geldt. Lees verder mijn artikel over de hel (‘bestaat de hel?’). De Bijbel leert dat het offer van Christus toereikend is voor iedereen, maar alleen effectief voor hen die zich bekeren van de duisternis tot het licht (Hd26:18). Kom dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden (Hd3:19). Die mensen die zich niet bekeren, op hen blijft de toorn van God niet alleen vanwege hun ongeloof (wat volgens Op21:8 ook een boos werk is, dus zonde), maar vanwege al hun boze werken, voortkomend uit hun boze, onbekeerlijke hart. Hoe kan iemand die Jezus niet wil accepteren, toch met God verzoend zijn?

Daarbij komt ook nog, dat alle brieven in het Nieuwe Testament, ons leren dat wij zelf verantwoordelijk zijn voor onze daden. Van de duivel wordt veel minder gesproken dan over onze bekering en onze verantwoordelijkheid. Hij verleidt, maar is niet degene die ons ‘verblindt’ zodat wij onschuldige slachtoffers zijn. 2Ko4:4 spreekt over de blindheid (van hen die verloren gaan) voor het evangelie van de heerlijkheid (niet voor het evangelie van het koninkrijk!), door de schuld van de duivel. Toch spreekt dezelfde Paulus over hen die verloren gaan als ‘hen die het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen’ (2Ts1:8). Eigen verantwoordelijkheid dus. Zie verder daarover mijn artikel over bevrijdingspastoraat.

Het resultaat van deze leer zal zijn dat velen aanvankelijk zullen komen omdat ze aangesproken worden door de ‘feelgood’ boodschap, maar dat maar weinigen werkelijke volgelingen van Jezus gaan worden. Het is voor geestelijke groei onmisbaar om het eigen verdorven hart te kennen.