Vanaf het begin is er door de vijand gebruik gemaakt van valse leraars om verwarring te creëren in de gemeente van God. Dit heeft geresulteerd in de huidige situatie waarin het wemelt van afwijkende en vreemde leringen. Het is uiteraard ondoenlijk om alle misstanden en valse leringen die rondgaan in de christenheid te weerleggen. Ik denk ook niet dat dit onze roeping is. Toch is het noodzakelijk om soms bepaalde invloeden kritisch onder de loep te nemen. Dit om gelovigen te waarschuwen voor bepaalde wijdverbreide, actuele misleidingen die ons af willen trekken van de waarheid en schade berokkenen aan het kostbare geloof. Zo ben ik de laatste tijd diverse keren geconfronteerd met verkeerde uitlatingen op het internet en in boekjes over het avondmaal die mij ertoe hebben aangezet dit artikel te schrijven.

Op cvandaag.nl verschenen namelijk een aantal artikelen over het avondmaal waarin bepaalde beweringen werden gedaan die ik wil toetsen aan het woord van God. Zo werd er gesproken over ‘veel voorkomende misverstanden’ over het avondmaal (24-11-2024). Wat als misverstanden wordt aangemerkt zijn echter vooral zélf misverstanden! Een citaat:

‘Laten we eerlijk zijn, tijdens een avondmaalsdienst stralen kerkgangers vaak weinig vreugde uit. Het gaat er ernstig en vaak zelfs somber aan toe. Wanneer je Jezus’ lijden en kruisdood centraal staat, is dat volkomen begrijpelijk. Zo is het tijdens een samenkomst op Goede Vrijdag heel gepast om het sober te houden. Maar laten we niet vergeten dat het evangelie ons juist leert dat het graf leeg is. De steen is weggerold. Jezus leeft!’ Bijbelleraar Arie-Jan Mulder, schrijver van het boek ‘De ontdekking van het avondmaal’, spreekt van een ‘4 mei-ervaring’ en ‘5 mei-ervaring’. “We beschouwen het avondmaal vaak als ‘4 mei’. Ik heb veel christenen gesproken die het niet aandurven om het avondmaal met blijdschap te vieren. Maar eigenlijk is het ‘5 mei’ als wijn en brood wordt uitgedeeld, want Jezus heeft ons bevrijd. Jezus zegt nergens dat we moeten denken aan Zijn lijden. Nee, Hij stelt het vrij-zijn centraal en het lijden is niet meer dan een middel. Jezus is gekomen om te redden en om vrij te maken.’

Mulder beweert dan dat het avondmaal bij ‘een feestmaaltijd’ hoorde. Het moet ‘5 mei’ zijn en niet ‘4 mei’. Hij baseert zich op Luk.22 waar de Heer Jezus tijdens de viering van het Pesach het avondmaal instelt. Dit Joodse feest herinnert de Joden aan de bevrijding uit Egypte. ‘Het avondmaal is dus een feestmaal’ concludeert hij (interview revive.nl 03-03-2022). Nu lezen we in Ex.12, waar de instelling van het Pascha wordt beschreven helemaal niets over blijdschap of feest. Sterker nog, er wordt in vers 8 gesproken over ‘bittere kruiden’ waarmee het Paaslam gegeten moest worden. Het ware onze zonden die Hem het lijden op het kruis hebben gebracht. Het past dan ook om stemmig en ingetogen het avondmaal te vieren.

Pas in Ex.15, na de doortocht door de Schelfzee, is er sprake van het zingen van een loflied. Bij geen enkele vermelding van het Pascha in het Oude Testament wordt er gesproken over feestvieren. Het feest van de ongezuurde broden volgde op het Pascha en kan gezien worden als één geheel. Het Pascha is een type van het avondmaal en het feest van de ongezuurde broden het praktische leven dat daar bij past. Zo volgt op het gedenken van de dood van de Heer een leven van lofprijzing, maar past Paulus dit feest vooral toe op een leven van heiligheid en reinheid.

Laten wij daarom feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid. 1Kor.5:8

Uiteraard is het gevolg van het plaatsvervangende offer van de Heer Jezus bij ons blijdschap, maar dat is niet wat het avondmaal betekent. Het richt ons niet op de gevolgen van de dood van Christus, maar op Hemzelf als Degene die daar aan het kruis heeft gehangen. Wat zegt namelijk de Bijbel?

De drinkbeker der zegening die wij zegenen, is die niet de gemeenschap van het bloed van Christus? Het brood dat wij breken, is dat niet de gemeenschap van het lichaam van Christus? 1Kor.10:16

Er staat niet ‘gemeenschap met’, maar ‘gemeenschap van’. Dit betekent dat de deelnemers aan het avondmaal in een gemeenschappelijke sfeer zijn die in het teken staat van het bloed (dit wordt hier het eerst genoemd omdat het gaat over de ernst van de zonde!) en het lichaam van de Heer. ‘Doe dit tot Mijn gedachtenis’, zegt de Heer Jezus in Luk.22:19. Het is dus niet denken aan onze verlossing, maar aan Hem die daarvoor leed, een groot verschil! De opmerking ‘Jezus zegt nergens dat we moeten denken aan Zijn lijden’ is daarom onjuist, aangezien Hij zegt: ‘Dit is mijn lichaam, dat voor u is; doet dit tot mijn gedachtenis’ (Luk.22:19). De drinkbeker is het nieuwe verbond in zijn bloed (1Kor.11:25).

Uiteraard zijn de gevolgen van het nieuwe verbond heerlijk, maar dat is het punt niet als het gaat om het avondmaal. Paulus schrijft: ‘Want zo dikwijls als u dit brood eet en de drinkbeker drinkt, verkondigt u de dood van de Heer, totdat Hij komt’, 1Kor.11:26. Deze dood was noodzakelijk. Wij hadden deze eigenlijk verdiend. We verkondigen daarom de dood van de Heer (1Kor.11:26), niet zijn opstanding. Toch zegt Mulder: ‘Maar laten we niet vergeten dat het evangelie ons juist leert dat het graf leeg is. De steen is weggerold. Jezus leeft!’

Niet de opstanding, maar de dood van de Heer gedenken wij tijdens het avondmaal, vanwege wat het Hem heeft gekost. Het is daarom juist wel volkomen passend om dit ingetogen en sober te doen. De dank die vervolgens uit onze harten opstijgt is niet vanwege onze redding, maar vanwege zijn Persoon. We zien dit in type voorgesteld in Lev3 in het dankoffer. Men biedt een offerdier de HEERE aan ‘zonder enig gebrek’ (Lev.3:1). Dit spreekt van het brengen uit de harten van de vreugde over de Heer Jezus voor God, samen met hen die hiermee instemmen. Hij is het Lam zonder enig gebrek, de Volmaakte. Het gaat bij het dankoffer niet om verlossing maar om het aanbieden aan God van dat wat Christus voorstelt in het offer. Het avondmaal is niet tot onze zegen, maar tot gedachtenis aan Hem.

Het avondmaal brengt ons niets (zo ook het veelgehoorde misverstand om in het avondmaalsbrood het ‘brood uit de hemel’ uit Joh.6:32-33,51 te willen zien als een genademiddel tot versterking), maar geeft Hem de eer. De neiging om alles steeds weer op de voordelen voor onszelf te betrekken is zo groot, dat deze gedachten moeilijk te weerleggen zijn. Zo zegt dominee Smelt op cvandaag:

‘Ik zou het fijn vinden als enkele tafelgenoten een klein getuigenis geven tijdens de viering, zodat we van elkaar te weten komen hoe we onze relatie met Christus ervaren. Het is heel krachtig wanneer we er zelf woorden aan geven.’

Hier heb ik geschreven over de aanbidding die past bij het avondmaal. We spreken onze dank uit tot Hem om wie Hij is en om wat Hij heeft gedaan. Het is niet het moment om onze relatie met Hem te bespreken met elkaar.

Een volgend zogenaamd ‘misverstand’ over het avondmaal is volgens het artikel op cvandaag het volgende. ‘Avondmaal vieren in gezin- of kringverband is in veel (traditionele) kerken not done. Veel mensen zijn gewend om het avondmaal vrij massaal te vieren in een groot kerkgebouw maar niet in een huiskamer.’

Ook hier zegt de Bijbel iets heel anders. Het avondmaal is uitsluitend bedoeld om gevierd te worden in een gemeentelijke samenkomst op de eerste dag van de week, de zondag. We lezen bijvoorbeeld dat Paulus dit deed in Hand20:7.

Toen wij nu op de eerste dag van de week vergaderd waren om brood te breken, sprak Paulus, die de volgende dag zou vertrekken, hen toe en rekte zijn rede tot middernacht.

Hij verbleef zeven dagen in Troas, totdat hij brood kon breken met broeders en zusters daar. Hij deed dit niet eerder, op een andere dag, en ook niet in ‘gezin- of kringverband’, maar in een samenkomst van de plaatselijke gemeente. Dit kan in een huis zijn geweest. De locatie maakt niet veel uit, wel het gezelschap, namelijk de samengekomen gelovigen in een bepaalde plaats. We weten dat omdat hij zelf schrijft in 1Kor.11:17-18 over het samenkomen en in 20: Wanneer u nu op één plaats samenkomt, is dat niet ‘s Heren avondmaal eten. Het brood beeldt namelijk ook de gemeente als het lichaam van Christus uit.

Want wij, de velen, zijn één brood, één lichaam; want wij allen nemen deel aan het ene brood. 1Ko10:17

Ondanks deze duidelijke opdracht van de apostel Paulus om als gemeente ‘op één plaats’ het avondmaal te vieren stelt het artikel op cvandaag: ‘Hoe het avondmaal gevierd moet worden? De Heere Jezus gaf geen instructies, maar wél de opdracht om Zijn kruisdood en opstanding te herdenken.’ Hij gaf geen instructies? Hier tuiten mijn oren. Paulus schrijft toch immers over een ‘gebod van de Heer’ (1Kor.14:37), de ‘bevelen van de Heer Jezus’ (1Thes.4:2), wel degelijk rechtstreekse instructies van de Heer Zelf (die overigens iv.m. het avondmaal nogmaals niet over het herdenken van de opstanding gaan)! Let ook op dat er steeds het woord ‘Heer’ wordt gebruikt in 1Kor.10 en 11. Het is de tafel van de Heer en het avondmaal van de Heer. Het gaat om zijn gezag. De brieven van Paulus zijn de uitleg van de evangeliën en de directe instructies voor de gemeente van God onder direct gezag van de Heer in de hemel.

Toch beweert Mulder op revive.nl: Ik ontdekte dat je bij deze brief niet moet beginnen. Je moet eerst kijken naar Jezus: hoe vierde Hij het avondmaal?’ Geen wonder ook dat hij tot de volgende on-Bijbelse conclusie komt: ‘Vandaar dat je ook gewoon als je thuis zit, alleen of met je partner, avondmaal kunt vieren. Je kunt gewoon brood eten en vruchtensap drinken. Geen enkel probleem.’ Wél een probleem dus als men de Bijbel wil gehoorzamen. Het avondmaal is geen privé-aangelegenheid maar (het brood ervan) een uitdrukking van de hele gemeente. De aanbeveling van Mulder: ‘juist als je in deze tijd niet naar de kerk kunt, is het geweldig om thuis het avondmaal te vieren. Met je vrienden, of met familieleden, of alleen.’, is naar de gedachten van mensen en niet naar de Schrift. Iemand die alleen het avondmaal viert gaat voorbij aan het gezamenlijke aspect van het ene lichaam van Christus.

Dan is er nog een volgend ‘misverstand’ dat door Arie-Jan Mulder wordt weerlegd. Hij zegt: ‘Moeten kerkgangers vrezen voor oordeel wanneer zij rondom een avondmaalsviering in onvrede leven met een broeder of zuster? Paulus heeft het niet over ons oordeel over een ander, maar over onszelf. Dus we hebben voor de viering van de maaltijd van de Heer niets te maken met de toestand van onze broeder of zuster.’

Hier worden allerlei zaken door elkaar gehaald. Het gedeelte uit 1Kor.11 dat handelt over het ‘jezelf een oordeel drinken’ (vs29) heeft geen betrekking op de individuele privé-relatie tussen broeders en zusters. Daarover handelt Mat.5:23-24. Als er geen verzoening is tussen broeders/zusters onderling kan men niet deelnemen aan het avondmaal. Paulus spreekt in 1Kor.11 over het ‘onwaardig’ aangaan in een ander verband.

Daarom, wie op onwaardige wijze het brood eet of de drinkbeker van de Heer drinkt, zal schuldig zijn aan het lichaam en het bloed van de Heer. Maar laat men zichzelf beproeven en zo eten van het brood en drinken van de drinkbeker. Want wie eet en drinkt, die eet en drinkt zichzelf een oordeel, als hij niet het lichaam van de Heer onderscheidt. Daarom zijn er onder u vele zwakken en zieken en nogal velen zijn ontslapen. Als wij echter onszelf beoordeelden, zouden wij niet geoordeeld worden; maar als wij geoordeeld worden, dan worden wij door de Heer getuchtigd, opdat wij niet met de wereld veroordeeld worden. 1Kor.11:27-32

God waakt over de eer van zijn Zoon. Als men niet kan onderscheiden wat de heilige betekenis is van het avondmaal, zal Hij met tucht komen. In Korinthe was sprake van een totale veronachtzaming van de armen in de gemeente. De rijken in de gemeente aten zichzelf vol terwijl de armen werden vergeten. Dit leidde tot veel zieken en overlijdens als een oordeel van God. Het avondmaal is namelijk ook de ‘tafel van de Heer’ (1Kor.10:21). Het verbindt ons samen met elkaar. Dit is daarom een grote verantwoordelijkheid. Het is daarom ook dat men in de begintijd van de gemeente aanbevelingsbrieven rondstuurde (Hand.18:27; 2Kor.3:1) met daarin het getuigenis over de broeder/zuster die voor het eerst ergens deel ging nemen aan het avondmaal. Op basis van een eigen getuigenis kan men nog niet deelnemen (zie Joh.5:31 i.v.m. het getuigenis over de Heer). Het getuigenis van twee of drie staat vast, zoals ook de wet zegt (Deut.19:15). Men stond garant voor de desbetreffende broeder en zuster dat deze beproefd geacht werd (zie 2Kor.8:22, Rom.16:1). Zo was er zeker van met wie men de gemeenschap met het bloed en het lichaam van de Heer meebeleefde.

Dit gebruik is helaas volkomen verloren gegaan omdat men het avondmaal is gaan zien als een puur persoonlijke aangelegenheid, tot stichting van het eigen geloof. Maar de Bijbel leert ons dat het een gezamenlijk gedenken is van onze Verlosser, waarin we de eer van Hem hooghouden door te weten met wie we allemaal avondmaal vieren. Het is namelijk een heilige aangelegenheid. Door de zogenaamde ‘misverstanden’ die cvandaag.nl presenteert aan te nemen wordt deze heiligheid met voeten getreden.