Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil, die zal het vinden. Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. Matteüs 16:24-27

Wat is de zelfverloochening waar Jezus het hier over heeft?

De allerbelangrijkste les die een gelovige moet leren is ook tegelijk de meest moeilijke: God heeft niet alleen onze zonden op het kruis geoordeeld, maar Hij heeft ook de zondaar meegekruisigd! Daarom moeten wij leren: We zijn ten opzichte van de zonde dood! Dit leest u in Romeinen 6. Het leven voor God kan pas beginnen als we weten dat de oude mens gestorven is. De bron van zonde in ons, moeten wij, door het geloof, in de plaats van de dood houden en er niets van verwachten. De meeste gelovigen echter, komen met pogingen van hun oude zelf-leven voor God en raken iedere keer weer teleurgesteld dat ze maar niet verder komen. Daarom heeft God maar één weg: het kruis. Wij moeten leren dat er in onze eigen natuur niets goed woont, we moeten onszelf verloochenen. Het woord ‘verloochenen’ klinkt niet lekker in onze oren. Toch bewerkt het zegen. Wat is er nodig?

a. De keuze om de Here Jezus te aanvaarden als persoonlijke Verlosser en Zaligmaker maakt dat we gerechtvaardigd zijn voor de eeuwigheid. (2 Kor. 5:17)

b. Door te belijden: “Ik ben met Christus gekruisigd” (Gal. 2:20) geven we aan niets meer van onze oude ik te verwachten, omdat God hem geoordeeld heeft (Rom. 8:4). De graankorrel moet eerst sterven voordat er vrucht komt (zie Jh12:24). Wij moeten weten in de dood van Jezus gestorven te zijn, voordat wij kunnen gaan leven door Hem. Alleen Christus heeft waarde voor God, dus ook alleen Christus’ leven in ons.

c. De keuze om onszelf te verloochenen maakt dit praktisch zichtbaar op aarde. Iedere dag moeten we leren zeggen: ‘Dank U Vader, dat ik met Christus ben gestorven en dat ik in Hem ben opgestaan tot een nieuw leven. Nu wil ik dat Hij leeft door mij heen.’ Er zijn maar weinig mensen die dit echt doen in hun leven. Veel gelovigen bidden om meer kracht, meer liefde etc., terwijl alles ze al is gegeven. Hij leeft nu in mij. Alles moet worden onderwerpen aan Jezus Christus, ook mijn eigen wil.

Het belangrijkste van alles is dat wij gaan leren dat Christus alles is voor God. Wij bezitten geen leven of waarheid, maar Christus alleen. Daarom moeten wij tot het punt gebracht worden dat wij ons volledig afhankelijk stellen van Hem zodat Hij steeds groter gaat worden in ons hart.

Laten we hier eens dieper op ingaan. Wat zijn de gevolgen van een leven van zelfverloochening? De Bijbelse zelfverloochening is namelijk zeer belangrijk om te leren begrijpen met ons hart. Wat is het bijvoorbeeld niet:

Het is niet: jezelf minachten of zelfs haten (zie Mat. 22:40 en Ef. 5:29). Wij moeten leren onze oude natuur te haten, niet onszelf.

Het is niet: niet aan je eigen belangen denken (zie Fil 2:3). Sommigen spreken over het ‘jezelf wegcijferen’, maar dat is niet Bijbels. Ons natuurlijke leven kent belangen en die hoeven we niet te negeren.

Het is wel: Zwakheden van anderen dragen (Rom. 15:1). Dus de overtuiging van een ander die deze overtuiging heeft om de Heer, te respecteren en niet te veroordelen.

Het is ook: de naaste behagen tot opbouwing (Rom. 15:2).

Het is ook: Jezelf niet behagen (Rom. 15:3). Jezus behaagde Zichzelf niet, maar zocht in alles de wil van de Vader.

Samengevat: Het is de ander aanvaarden en opbouwen ten koste van je eigen belang. De wil en de eer van God en het heil en opbouwing van mensen is belangrijker dan eigen verlangen of voordeel. Het is de vrucht van zelfopoffering en dit is het wezen van de ware liefde. (1 Joh. 3:16)

Hoe breng ik dit in praktijk?

Het nu volgende is het resultaat van het leven dat Christus door ons heen leeft. Het is niet een wet, een voorwaarde om tot resultaat te komen. Het is het resultaat. Dit leven komt na het geloof in wat hierboven staat over het gekruisigd zijn van de oude mens.

Lichaam: Dit houden we in bedwang. Al de verlangens worden beheerst (1 Kor.9:27, Rom.12:1). Alles wat ons afhoudt van de dienst aan God, moet worden ingeleverd. Hier schuilt het gevaar, want wij willen dit in eigen kracht doen. Wij willen ons eigen zelf-leven opofferen en toewijden, maar dit gaat nooit lukken! Eerst weten dat dit dood is voor God. Christus in ons, dat nieuwe leven stellen wij voor God beschikbaar. Toch koesteren we het lichaam ook, in de zin dat we het goed verzorgen (Ef.5:29)

Geest: ons verstand en oordeel worden voortdurend onderworpen aan het Woord van God (Rom.12:2), niet uitgeschakeld! 

Hart: Alle verlangens en genegenheden worden daar beoordeeld (Ef. 3:17, 1 Petr. 3:4, 15). Wij kennen ons eigen hart ten diepste niet (Jr17:9). God is het die ons oordeelt, zodat wij nu alles aan Hem overleggen. 

Als we ons nieuwe zelf zo aan God opofferen (Rom. 12:1) zal er kracht zijn ons voor de ander op te offeren, te geven ter ere van Hem die zich voor ons overgaf.

Waar breng ik dit in praktijk?

In de wereld. Joh. 17:11, 14 en 16                                               

Waarom daar?

Omdat het leven van de Hemel zo tegengesteld is met het leven van de wereld (1 Joh. 2:16) dat de wereld verlangt naar dit leven omdat haar zonde geopenbaard wordt. We moeten de wereld niet veroordelen of ons aan haar onttrekken, maar de Geest van de Hemel onder haar openbaren. De wereld is nodig zodat wij gaan ontdekken hoeveel er van haar in ons hart is. Daardoor leren we ieder verlangen naar de wereld te herkennen en te belijden.

Wereld: de plek van zelfverheffing en zelfzucht. De hemel: de plek van zelfopoffering. Christus was de totaal andere ten opzichte van zijn discipelen. Hij was de hemelse, zij waren de aardsen. Tot aan het einde van hun loopbaan met Hem leerden ze dat ze Hem niet konden begrijpen. Toen ze totaal verbroken waren, kwam de Heilige Geest om hen Christus in hun hart te openbaren.

*Wordt de Geest van de hemel en het Leven van Hem zo in jouw leven gezien?

*Zijn er belemmeringen waardoor dat Leven er niet uitkomt?

*Ben je bereid tot zelfverloochening?

*Zelfverloochening is dus de eigenschap die zichtbaar maakt dat een persoon een volgeling van de Here Jezus Christus is.

*Het is: De ander aanvaarden en opbouwen ten koste van je eigen belang.

*Zelfverloochening is het noodzakelijke middel tot het doel van ons leven: te worden zoals Christus.

Rom. 6:11Zo moet het voor ons vaststaan dat we ten opzichte van de zonde dood zijn, maar voor God levend in Christus Jezus. Door Adam werkte de dood in ons, door Christus werkt het dood zijn voor de zonde in ons. Wij zijn in Hem voor de zonde gestorven.

Door onze eerste geboorte deelden we in de dood van Adam door de zonde.

Door onze tweede geboorte deelden we in de dood van Christus voor de zonde.

Wij zijn voor de zonde gestorven. Rom. 6:7. Dit geldt voor de nieuwe schepping in Christus.

Dus als we zonde doen, zijn wij het die hem toelaten, heerschappij geven. Zijn leven na de opstanding is van goddelijke kracht  in menselijke natuur. Het vermogen om te leven in zelfverloochening ligt in het opstandingsleven.

Ben je bereid je hele leven over te geven aan de heerschappij van de Here Jezus en Zijn opstandingsleven? Te zeggen: Ik doe afstand van het recht en de wil om mijn eigen zin te hebben of te doen. Ik zal eerst moeten sterven, wil Hij in mij leven. Als Hij in mij heersen wil beloof ik dat ik zal gehoorzamen, maar niet in mijn eigen kracht, maar in die van de Heilige Geest.

Ben je bereid te geloven dat de Here Jezus jouw leven in bezit zal nemen om het te besturen en te bewaren? Hij brengt jouw leven in Zijn dood en wordt Zelf jouw nieuwe leven.

De Heilige Geest is in ons en zal dan de kracht van de opgewekte Heer in ons geven.

Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven. Gal. 2:20 Wij kunnen het nooit. Het wordt niet van ons verlangd. Als wij Hem vertrouwen, wordt Christus ons leven!

Dit is de voorwaarde voor een leven als Hij. Nu iets over ons aandeel hierin.

De Here Jezus wil zich aan ons openbaren. Hem moeten we leren kennen om het opstandingsleven te leven. Fil.3:7 en 10. Niet een verre, afwezige Christus gehoorzamen, maar de tegenwoordigheid van zijn persoon kennen. We moeten Hem dus toelaten zich te openbaren door; ons geheel over te geven aan hem. Hem dagelijks zoeken. Door Hem gegepen zijn (Fil. 3:12). God heeft maar één verlangen: Dat Jezus in jouw zichtbaar wordt (zie Galaten 1:15-16).

Wat we het meest nodig hebben is de volle persoonlijke openbaring van een persoonlijke Christus, die in ons woont als zijn bezit. Door te zien op Hem worden we als Hem. Ons oog oefent een grote invloed uit op onze geest. 2Kor. 3:18

Samengevat: Geloof, zie en leef! Je hebt zoveel zelfverloochening als je van Christus hebt.

Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, deze houding hebben Fil. 3:15