De Bijbel roept ons op om waakzaam te zijn. In meerdere artikelen op deze site waarschuw ik tegen bepaalde stromingen/leringen die vandaag de ronde doen. Wij leven in de tijd waarin mensen de gezonde leer niet meer verdragen kunnen. Ze kiezen hun eigen leraren omdat deze prettige boodschappen verkondigen (2Tim4:2-3). Men luistert liever naar een fijne profetie (meestal met een ‘positieve’ inhoud: ‘God heeft een plan voor je, je wordt een leider’ etc.) dan dat men serieuze Bijbelstudie doet. De gezonde leer is ook niet leuk om te horen: Wij moeten aan dat kruis en Christus moet in ons alles voor het zeggen hebben. Dit willen de meeste mensen niet meer horen. Om deze reden wemelt het van de mensen die met de Bijbel in de hand van alles verkondigen behalve de gezonde leer. Er is alleen wel een groot verschil tussen dwaalleraars en diegenen die afwijken van de leer. Dwaalleraars zijn die mensen, die in de naam van het christendom, anderen aftrekken van de Heer Jezus en ze op een weg brengen van wetteloosheid, losbandigheid, zonde etc. Let op hoe daar steeds weer de nadruk op ligt:

Wacht u voor de valse profeten, die in schapevacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven. Aan hun vruchten zult gij hen kennen: men leest toch geen druiven van dorens of vijgen van distels? Zo brengt iedere goede boom goede vruchten voort, maar de slechte boom brengt slechte vruchten voort. Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij hen dan aan hun vruchten kennen. Mt7:15-20

Want zulke lieden zijn schijn-apostelen, bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus. Geen wonder ook! Immers, de satan zelf doet zich voor als een engel des lichts. Het is dus niets bijzonders, indien ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren der gerechtigheid; maar hun einde zal zijn naar hun werken. 2Ko11:13-15

Toch zijn er ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zullen komen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de Heerser, die hen gekocht heeft, verloochenende en een schielijk verderf over zichzelf brengend. En velen zullen hun losbandigheden navolgen, zodat door hun schuld de weg der waarheid gelasterd zal worden; 2Pt2:1-2

Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven – goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen. Judas 4

Deze kenmerken zijn toch zeker niet van toepassing op hen die door sommigen als dwaalleraars worden bestempeld, maar niets liever willen dan Jezus volgen! Die mensen die afwijkingen van de leer verkondigen, door de nadruk te leggen op één bepaald aspect van het geloof of zijn beïnvloed door de tijdgeest, zijn geen dwaalleraars. Wij moeten hen dus niet als zodanig bestempelen, anders maken wij onszelf schuldig aan kwaadsprekerij (2Ko12:20). Dit gebeurt helaas wel veel. Ik ken websites die met naam en toenaam allerlei broeders en zusters veroordelen en wegzetten als dwaalleraars, terwijl deze mensen hoogstens op bepaalde onderdelen zijn afgeweken. Ik vind dit afwijken ook zeker de moeite waard om te benoemen en mensen ervoor te waarschuwen (een afwijking begint namelijk klein, maar brengt mensen ver weg van het evangelie), maar ik noem zulke mensen niet gelijk dwaalleraars. Dit is wel een uiterst moeilijke kwestie, omdat een afwijking in de regel ook mensen afleidt van de kern, dus is ook dat een ernstige zaak. Paulus pakt afwijkingen of toevoegingen ook fel aan, vooral in zijn brief aan de Galaten. Het is dus wel van groot belang dat wij iedere afwijking en iedere toevoeging aan het evangelie opmerken en afwijzen.

Maar zodra iemand iets verkondigt wat wij (vanuit ons inzicht) niet kunnen terugvinden in de Bijbel, mogen wij zo iemand nooit per definitie een dwaalleraar noemen. Denk bijv. aan de vele leringen vanuit de ‘Pinksterhoek’ waarbij men de nadruk vaak legt op de ervaringen. Dit lijkt mij een afwijking, maar geen dwaalleer (hoewel de leer dat gelovigen demonen van lust, nicotine, etc in zich kunnen hebben, dat wel weer is). Iemand die leert dat vrouwen oudsten mogen zijn of dat wij onze fysieke genezing mogen claimen, zijn naar mijn inzicht afgeweken, maar zijn geen dwaalleraars. Zij die afwijkingen brengen zijn te herkennen aan het feit dat ze altijd de nadruk leggen op één specifiek aspect van het geloofsleven. Steeds weer komen ze op dat ene punt terug: hetzij tongentaal, hetzij vasten, hetzij de bedelingen, hetzij de uitverkiezing, noem maar op. Evenwichtig onderwijs is nooit te betrappen op het leggen van dergelijke nadrukken (tenzij het de persoon van Christus is). Dit is een grote valkuil.

Wij mogen ook nooit in een andere valkuil trappen van het alleen maar bezig zijn met het negatieve. Er is ruimte voor waarschuwing, er is ruimte voor het wijzen op dwalingen en afwijkingen (ik doe dat ook), maar zodra het onze ‘bediening’ wordt om alleen maar met waarschuwen bezig te zijn, veranderen wij in verbitterde christenen. Ik vond een zeer waardevol stukje hierover op de site van wijlen Jaap Fijnvandraat, een Bijbelleraar die ik zeer respecteer:

Nog een (…) zaak wil ik belichten: dat we enkel de negatieve dingen in de christenheid en in ons eigen midden opmerken en daardoor beheerst worden. We hebben het voortdurend over ‘het verval’. Maar al dat praten over verval helpt ons geen steek verder. Natuurlijk moeten we oog hebben voor afwijkingen en er voor waken. Maar daarnaast vallen er ook goede ontwikkelingen waar te nemen, laten we daar dan toch ook oog voor hebben en er aan meewerken. Als we alleen maar nee-zeggen en nee-doen zijn we een last voor onszelf en voor anderen. We weten allemaal dat in de brieven van Openb.2 en 3 de Heer Jezus Christus begint met de goede dingen op te merken die er in de diverse gemeenten aanwezig waren voordat Hij met de vermaningen naar voren komt. We houden elkaar voor dat we dat voorbeeld hebben na te volgen. Maar waarom doen we dat dan niet in gesprekken en toespraken? Waarom zijn we zo licht geneigd het werk van anderen te bekritiseren omdat we het met bepaalde details niet eens zijn, terwijl er zoveel goeds in op te merken is, waaraan we totaal voorbijgaan? 

Er zijn vele oprechte leraars, die de Heer van harte dienen en toch bepaalde dingen leren die niet in overeenstemming zijn met de Bijbel. Daarin moeten we ook goed begrijpen dat zij wel de intentie hebben om de Schrift goed uit te leggen. Zij verkondigen ook veel waardevolle dingen. We moeten niet de arrogantie hebben om te denken dat wij ‘het’ goed zien. Daarom is er een zeer gevoelige grens tussen het aanwijzen van dwalingen, het aanwijzen van afwijkingen en het zien op onszelf, dat wij niet moeten denken het volledige inzicht te hebben in de openbaring van Gods Woord.

We mogen nooit te terughoudend zijn als het gaat om dwalingen. Paulus noemt bijvoorbeeld namen als het gaat om dwalingen:

Maar vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven, en hun woord zal voortwoekeren als de kanker. Tot hen behoren Hymeneüs en Filetus, die uit het spoor der waarheid geraakt zijn met hun bewering, dat de opstanding reeds heeft plaatsgehad, waardoor zij het geloof van sommigen afbreken. 2Tm2:13-15

Let op dat Paulus hier duidt op ‘onheilige, holle klanken’. Het gevolg hiervan is ‘goddeloosheid’. Hiertoe leidt dus altijd de leer van dwaalleraars. Deze twee, Hymeneüs en Filetus, beweerden dat de opstanding al had plaatsgevonden. Ze kunnen beweerd hebben:

(a) dat de lichamen van de gelovigen bij de bekering al een verandering hebben ondergaan, die je opstanding kunt noemen, of

(b) dat we bij onze bekering geestelijk zijn opgestaan en dat dat de hele opstanding is.

Dit lijkt een bijzaak, maar Paulus laat heel duidelijk zien, dat het resultaat van deze leer is dat men tot goddeloosheid vervalt.

Paulus laat zien in deze brief dat het verval, waar hij in hoofdstuk 3 over schrijft, in de kiem al aanwezig was in die tijd. Hij schrijft ook:

Dit weet gij, dat allen in Asia zich van mij hebben afgekeerd, onder anderen Fygelus en Hermogenes. 2Tm1:15

Hier zien we de afwijking van de leer. Men begon zich af te keren van Paulus. Dit houdt in dat men niet meeging in zijn onderwijs (zie 3:10v.). Hij stond toen al, aan het einde van zijn leven, alleen (zie ook 4:16). Ook vandaag zien we dit verval. Er is pure dwaalleer en er is afwijking van de leer van de apostelen (en met name Paulus). Allebei is in zekere zin gevaarlijk, dus moeten we ook voor beide beducht zijn. Ik verwijs u naar mijn lezing over ‘geestelijke verleidingen in de eindtijd’ die op deze site te beluisteren is. 

Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen. Want zulke lieden dienen niet onze Here Christus, maar hun eigen buik, en misleiden door hun schoonklinkende en vrome taal de harten der argelozen. Rm16:17-18

Het begint met afwijkingen en het eindigt in dwalingen. Het is dus goed beiden in de gaten te houden. Toch moeten we niet iedereen dus zomaar het stempel ‘dwaalleraar’ geven die iets anders verkondigt dan dat wij gewend zijn. Anderzijds moeten wij ook niet dwaalleraars ontzien. Deze moeilijke taak moet daarom met een geestelijk zuivere gezindheid worden uitgevoerd. Niet te ruim, zodat alles goed wordt gepraat, maar ook niet te krap, zodat alleen de eigen visie, de juiste leer is. De hoofdzaak moet zijn onze positieve nadruk op Christus en de waarheid over onze zondige natuur, daar waar nodig mogen wij wijzen op dwalingen en afwijkingen, daar waar wij geroepen zijn om dat ook werkelijk te doen vanuit de Heilige Geest.