Jezus Christus heeft meer betekend voor deze wereld dan enig ander persoon. Hij is de meest bijzondere Mens die ooit geleefd heeft. Er zijn maar weinig mensen die het geheim weten: Hij was God die Mens was geworden en als mens onder ons heeft geleefd. Toch heeft Hij nooit een boek geschreven. Er is wel veel over Hem geschreven. Ik geloof dat alleen de Bijbel ons op een volkomen betrouwbare wijze ons zijn woorden heeft overgeleverd.

Wat was zijn boodschap? Wat leerde Hij de mensen? Daarover gaat het in dit artikel. Ik kan onmogelijk alles samenvatten wat Jezus leerde. Het gaat me daarom om de hoofdlijnen van een aantal thema’s.

Een Joodse Leraar

In tegenstelling tot wat veel mensen denken of beweren, heeft Jezus nooit een nieuwe godsdienst willen stichten. Wel stond Hij in zijn tijd bekend als didaskalos (‘leraar’, ‘meester’). Dit is ongeveer hetzelfde als rabbi, een Joodse leraar die vooral onderwees in de synagogen en in de tempel. Hiervan waren er meer in die tijd. We zien echter dat de Bijbel leert dat Jezus de Zoon van God is (zie het artikel ‘Wie is Jezus’ op deze site over de betekenis van deze term ‘Zoon van God’). Dit maakt Hem tot een unieke rabbi. Alhoewel een wetsgetrouwe Jood, was Hij dus onnoemelijk meer dan dat. Hij was Jahweh, de God van de Joden, lichamelijk! Hij heeft echter Zich volledig ‘ontledigd’ daarvan, zoals de Bijbel zegt (Fp2:3-5) en als mens geleefd. Hij heeft de Thora niet afgeschaft, of haar vervangen, Hij heeft haar in zijn werkelijke perspectief geplaatst. Dit deed Hij door te leven zoals de wet vraagt van een mens in de kracht van de Heilige Geest. Hij zegt hier Zelf over:

Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Matteüs 5:17

De wet in zijn ware perspectief geplaatst

Jezus claimde de beloofde Messias te zijn (ondanks vele ‘theologen’ die dit ontkennen). Hij stond mensen toe Hem zo te noemen (Matteüs 16:16,20; 22:42; 23:10; 26:63v.). Daarnaast heeft Jezus zelf geleefd als een Jood (hoewel Hij de destijds heersende judaïstische invulling van de wet regelmatig doorbrak en zo de woede van de farizeeën op zijn hals haalde). Wat Hij ‘afschafte’ en bestreed was dus niet het Oude Testament, maar een judaïstisch systeem waarin de wet werd losgemaakt van Christus en van het geloof in God alleen. Niet de Thora is afgeschaft, maar Jezus leerde dat Hijzelf degene was door wie de wet tot zijn vervulling kwam. Men moest niet de Thora opgeven voor Christus, maar de Thora blijven onderhouden op basis van geloof (vertrouwen) in Christus. Wij zijn niet ineens los van de wet, maar los van een systeem dat de wet gebruikt om bij God in aanzien te stijgen of om onszelf te verbeteren. Voor dit ‘wetticisme’ zijn wij gestorven (Romeinen 7:4 en Galatan 2:19) door het offer van Christus. 

We moeten dus heel goed begrijpen dat de leer van Jezus ingebed was in het bestaande Jodendom. Dit Jodendom was echter geworden tot een systeem zoals God dat nooit bedoeld had (positieve uitzonderingen nagelaten). Jezus leerde wat de ware betekenis en het ware doel van de wet (Thora) was en zo wat de ware betekenis van het Jodendom was. Tegelijkertijd ontsteeg zijn leer dit Jodendom omdat Hijzelf de belichaming was van de Thora (en als JaHWeH zelf de wetgever!). Dit betekent dat Jezus als mens de zichtbare manifestatie was van hoe God wilde dat een mens zou zijn. Daarom is Jezus zelf het doel, het wezen en de zin van de wet van God. Uiteindelijk wil God dat wij worden als Jezus. Met dat doel had Hij de wet ook gegeven. Daarom zegt Jezus in Matteüs 10:25

Een leerling moet er genoegen mee nemen te worden als zijn leermeester, en de slaaf als zijn heer.

Worden als de Meester

De leer van Jezus is er dus op gericht niet alleen mensen iets te leren, maar om mensen op Hem te laten lijken. De leerlingen moeten worden als de Meester. Als een mens wordt zoals Jezus, wordt hij zoals God altijd al had gewild dat een mens zou zijn: een rechtvaardige (tsaddiq in het Hebreeuws; een rechtvaardige in het OT).

Om een dergelijke rechtvaardige te worden was bekering, wedergeboorte en de vervulling met de Heilige Geest nodig (Johannes 3:3-6). Het feit alleen dat men Jood was, was niet genoeg. Om een tsaddiq te worden moest men niet op een wettische manier de wet onderhouden, maar als wedergeboren mens zich laten leiden door de Heilige Geest. De mens is van nature een zondaar en heeft een ander leven nodig in zijn binnenste om te worden als Jezus. Het hele geheim van het christendom is nu dat Christus IN het binnenste van een mens komt wonen (d.m.v. de Heilige Geest) en deze mens van binnen uit gaat veranderen. Dit geheim beschrijft Paulus in Kol1:27: ‘dit geheimenis, Christus in u…’

De noodzaak van de wedergeboorte, ook voor de Jood, was nogal revolutionair in de tijd van Jezus (hoewel niet nieuw; het OT leerde dit ook al in bijv. Ezechiël 36:25-27). Tenslotte leerde Jezus ook nog eens dat deze weg van bekering en wedergeboorte niet alleen voor de Joden was weggelegd, maar ook voor de zondaars (zelfs die uit de heidenen).

Toen hij thuis aanlag voor de maaltijd, kwam er ook een groot aantal tollenaars en zondaars, die samen met Hem en zijn leerlingen aan de maaltijd deelnamen. De farizeeën zagen dit en zeiden tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet uw meester met tollenaars en zondaars?’ Hij hoorde dit en gaf als antwoord: ’Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel. Overdenk eens goed wat dit wil zeggen: “Barmhartigheid wil Ik, geen offers.”(Hosea 6:6) Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’

Dat er zelfs voor heidenen rechtvaardiging was uit het geloof, was voor vele farizeeën onverdraaglijk. Jezus noemde hen in Johannes 8 wel nageslacht van Abraham (8:37), maar niet zijn kinderen. Hun vader was de duivel (8:44) omdat ze in hun hart al bezig waren met de moord op Jezus. De ware kinderen van Abraham zijn de rechtvaardigen, of ze nu Jood zijn of heiden (zie ook Romeinen 4). In Jh10 zien we dat de Goede Herder (Christus) ook schapen heeft buiten de stal van Israël: de heidenen.

Het liefdesgebod

Jezus heeft dus de beperkte, tijdelijke wet van Mozes verheven tot de wet van Christus en haar daarin doen opgaan. Een bestel werd afgeschaft, maar de eeuwige essentie werd bewaard, gecontinueerd en uitgediept. Gods eeuwige wet wordt door Jezus duidelijk gemaakt en toegepast op mensenlevens in deze onrechtvaardige wereld. Voor zover de Boeken van Mozes deze eeuwige wet weergeven, zullen zij nooit voorbijgaan. De wet van Christus is in de eerste plaats niet een serie nieuwe geboden, maar de zichtbare uiting van Christus zelf in de levens van gelovigen. Het gevolg daarvan is uiteindelijk weer God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf (Matteüs 22:37-40). De wet van Christus tentoonspreiden is Christus tentoonspreiden. Het blijven in het Woord van de Meester is ten diepste verblijven in de Meester zelf (Johannes 8:31). Dit houdt weer in dat we in zijn liefde verblijven:

Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt. Johannes 15:10

De Leraar geeft niet alleen onderwijs over wat de leerling moet doen, maar Hij is zelf het voorbeeld en de krachtbron om zo te doen als de Meester wil. De leerling krijgt uiteindelijk steeds meer dezelfde gezindheid als de Meester.

Het koninkrijk van God

Het thema van het koninkrijk van God (of ‘van de hemel’ zoals in Matteüs) is een centraal punt in het onderwijs van Jezus. Ik heb daar uitgebreider over geschreven in het artikel op deze site getiteld ‘Het koninkrijk van God’. In dat kader sprak Jezus, nadat Israël het koninkrijk had verworpen, over de naderende komst van de Heilige Geest (vs4, 8), wat dus een duidelijke koppeling is met het koninkrijk van God. Het zoeken naar Gods ‘gerechtigheid’ in diens koninkrijk is de opdracht van de Meester aan zijn volgelingen (Matteüs 6:31-33). Gerechtigheid is het kenmerk van het Messiaanse rijk van de eindtijd:

Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders (….) Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. (Jesaja9:5v, zie ook 11:1-5)

Overal waar nu de Heilige Geest werkt in mensenlevens, is het Koninkrijk van God geestelijk gezien aangebroken. Waar de Geest van Jezus werkt, daar is de atmosfeer van het komende Koninkrijk. In Matteüs 7:21 zijn de tekenen van dat Koninkrijk daadwerkelijk zichtbaar geweest (en men noemt Jezus ‘Heer’), maar wegens het (kennelijk) ontbreken van de Heilige Geest noemt Jezus hen ‘wetsverkrachters’ (7:23). In 1 Korintiërs12:3 zien we het omgekeerde: door de kracht van de Heilige Geest noemt men Jezus ‘Heer’. Beiden is dus nodig: én de tekenen van dat koninkrijk, én de gerechtigheid ervan! De mens die door de Heilige Geest de gezindheid van Jezus tentoonspreidt in een onrechtvaardige wereld, is een ware discipel van het koninkrijk van God. Deze ware discipel heeft autoriteit van de Koning en zet zo dat werk voort dat Jezus deed: Het oproepen tot bekering en het herstellen van de gevallen mens tot het beeld van God, ondanks de tegenstand vanuit het rijk der duisternis. Dit herstel begint hier op aarde, door het werk van de Heilige Geest. Straks als Christus terugkomt zal dit herstel volkomen zijn.

Toch heeft Jezus niet de complete, afgeronde waarheid verkondigd. Hij kondigde aan dat de Heilige Geest dat zou doen nadat Hij naar de hemel was gegaan. 

Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid…Jh16:12,13a

We leren van de apostel Paulus dat dit ook is gebeurd (Ko1:25). Hij heeft het Woord van God voleindigd. Samen met de andere apostelen heeft hij ons de volle waarheid nagelaten in het onderwijs van het Nieuwe Testament. Zie hierover de artikelen ‘Gods geheimen’, ‘Paulus’ evangelie: hier draait het om’ en ‘Wat wil God jou geven?’